Timeshells, de gevangen tijd

Adriaan Lokman (Haarlem 1960) maakt experimentele animatiefilms in 2- en 3D, interactieve en cross-media projecten waarin hij de grenzen tussen abstractie en realiteit opzoekt. Hij speelt met licht en schaduw, camerabewegingen en geluid om ritme te creëren en de kijker mee te nemen in virtuele werelden die de verbeelding prikkelen. Na het grote succes van zijn onafhankelijke debuutfilm Barcode (2002) verhuist hij naar een desolate berg in Midden-Frankrijk en richt zich volledig op onafhankelijke projecten. Vijf jaar geleden begint hij het Timeshells project, installaties van 3D-geprinte objecten waar video op wordt geprojecteerd.

‘Ik begon met Timeshells omdat ik wat anders wilde. Films maken, zeker internationale coproducties, is een kwestie van jaren. Niet alleen voordat je groen licht krijgt over de financiering maar ook om het te maken. Je bent in je hoofd de hele tijd met hetzelfde bezig.

Ik had behoefte om iets uit te drukken op een snellere en meer directe manier.

De fase van de ontwikkeling vind ik het leukst. Het experiment om te komen tot de film, het ontwikkelen van de beeldtaal en zorgen dat het werkt is de uitdaging. Je kan het vergelijken met een muzikant die zijn eigen instrument bouwt. Als het af is moet hij nog leren om erop te spelen. Als hij dat eenmaal kan, is de uitdaging er voor een deel vanaf.

Ik had behoefte om iets uit te drukken op een snellere en meer directe manier. Ik wilde iets tastbaars maken, iets wat je vast kan pakken en omheen kan lopen. Toen 3D-printen opkwam, had ik eindelijk de mogelijkheid om de werelden die ik in mijn computer bouw in het echt te maken, een-op-een. Dat kan natuurlijk ook wel met andere materialen maar zo precies lukt het nooit. Het is fantastisch om wat je in je hoofd en op een scherm ziet om te zetten in iets tastbaars. Het proces is ook veel fysieker dan het maken van een film. De 3D-objecten moeten worden geprint, bijgewerkt en geplakt. Ik zit niet de hele tijd achter een computerscherm.

Bij film moet je een verhaal vertellen, je moet de aandacht vasthouden, het moet een spanningsboog hebben en een begin en een eind. Ik vind het een puzzel om dat voor elkaar te krijgen. De projectie op de installaties zijn loops van twee minuten. Hierbij hoef ik niet steeds bang te zijn de aandacht van de kijker te verliezen. Met Timeshells vertel ik geen verhaal maar ik druk meer een gevoel of een idee uit. Ik hoef me alleen maar te concentreren op de visuele kant van het concept en de uitvoering. De titel verwijst naar de rode draad in de installaties. Door projectie van donker naar licht naar donker wordt een dag gesimuleerd. Zo wordt een dag gevangen in het object.

Bij mijn films is de drager een plat dood scherm, bij de installaties is de drager het 3D-object en dat geeft een hele nieuwe dimensie aan de projectie. Het is eigenlijk een filmdoek met een leven op zich. Door de projectie te veranderen krijgt het 3D-object ook een andere betekenis. Bij Hello Welcome, de installatie over spam, had ik eerst een animatie gemaakt van teksten en knipperende lampen. Pas toen ik een achtergrond met hartjes had toegevoegd kreeg het object het over-the-topeffect dat ik voor ogen had. Ik werk graag met beperkingen. De technische beperking is een gegeven maar ik kies ook altijd een beperking in vorm. Bij mijn film Chase bijvoorbeeld wilde ik onderzoeken of ik met driehoekjes een geloofwaardige actiefilm kon maken. Mijn werk zit altijd op de grens van realiteit en abstractie. Ik vind het leuk als de kijker zijn eigen verhaal maakt, het hoeft niet altijd zo begrepen te worden als ik bedoel.

Ik werk graag met beperkingen

Ik begin met een visueel idee zonder een vooraf bedacht plan. Onderweg krijg ik wel een vaag idee waar ik heen wil en vormt zich een concept. Ik weet vaak pas echt waar ik naartoe wilde op het moment dat het klaar is. Inmiddels heb ik tien installaties gemaakt. Zonder dat ik het van tevoren heb bedacht blijkt er toch een verband te zijn. In bijna allemaal komt mijn visie op de huidige maatschappij naar voren. Pharmacity is een aanklacht tegen het neoliberalisme in de welvaartsstaat maar ook, net als Hello Welcome, een aanklacht tegen al die partijen die voortdurend onze aandacht opeisen. In Pharmacity met visuele lokkers, in Hello Welcome met spam waar je bijna niet vanaf kan komen. Als iedereen even hard schreeuwt, wie hoor je dan nog?

Ik maak foto’s en neem de beelden op met mijn mobieltje zonder te weten waarom. Zoals een ander postzegels verzamelt, verzamel ik beelden. Op een gegeven moment zit ik dan op een terras of in een trein, een plek waar de wereld beweegt maar ik niet echt meedoe, en dan komt een idee op. Bijvoorbeeld die apotheekkruizen. Hier in Frankrijk is er vrijwel geen dorpje met niet minstens een apotheek. Met altijd die hysterisch knipperende neonkruizen. Het irriteert en fascineert me tegelijkertijd. Het irriteert, ook omdat de apotheek altijd luxe is met open zoevende schuifdeuren en dure informatiesystemen, betaald door een farmaceut. Terwijl de bakker ernaast verdwijnt omdat hij niet meer kan rondkomen. Het fascineert omdat ze allemaal gelijk lijken terwijl ze allemaal verschillend zijn. Doordat ze allemaal zo agressief aanwezig zijn vallen die verschillen niet meer op. Als je ze bundelt worden ze een nieuw ding, ze lijken soms wel een veld met bloemen met al dat groen en die felle kleuren.

Zoals een ander postzegels verzamelt, verzamel ik beelden

Ik wilde iets met een stad, die kruizen en projectie. Dan ga ik schetsen, probeer er logica in te brengen en te combineren. Door uitproberen, testjes maken en door trial and error neemt het idee steeds vastere vormen aan en ontdek ik het verhaal. Ik creëerde er een stad mee en door de overdadige hoeveelheid wordt mooi wat eigenlijk lelijk is.

De objecten die ik print bestaan natuurlijk ook een-op-een in mijn computer. Eerst maak ik het 3D-model en voeg ik de lichtbronnen en de camerabewegingen toe. Dan moet ik de videobeelden precies op de kruizen laten vallen van het 3D-model in mijn computer met videomapping software. De eerste keer is dat vreselijk veel werk. Voor iedere tentoonstelling moet ik het aanpassen. Als de projector iets hoger of lager staat dan ik in mijn computer gesimuleerd heb, valt het beeld niet meer exact op het geprinte object en moet het weer worden gecorrigeerd. Wat dat betreft ben ik blij dat de COVID-epidemie over is. De laatste keer had ik alles voorbereid voor de Rotterdam Art Week, waar ik was uitgenodigd te exposeren in het Steurgebouw. Helaas werd dat op het laatste moment afgeblazen. Gelukkig krijg ik een tweede kans in mei.

Ik woon hier in de middle of nowhere, midden in de natuur (…). Eigenlijk werk ik constant in residence.

Ik voeg bewegend licht en schaduwen toe aan de aan de digitale versie in mijn computer. Dit projecteer ik exact als in de computer op de geprinte installatie. Zo lijkt het alsof er echt licht over de installatie beweegt wat een vreemd soort bewegend realisme toevoegt. Hierdoor raken je hersenen in de war en lijkt het object te bewegen en tot leven te komen. Mensen kunnen vaak niet precies onder woorden brengen wat er gebeurt maar ze merken wel dat het iets teweegbrengt in je hoofd. Ik hoor vaak dat het hypnotiserend is.

Ik woon hier in de middle of nowhere, midden in de natuur. Mensen die mij niet kennen zijn daar altijd verbaasd over. Ze verwachten dat ik geïnspireerd zou worden door deze omgeving, maar zien dat mijn werk een heel sterk kosmopolitisch karakter heeft. Ik haal mijn inspiratie inderdaad veel meer uit de stad of uit hele andere dingen, eigenlijk niet uit de natuur. Het is wel heerlijk werken zo, met dat uitzicht op de vallei middenin het bos. Die rust en die stilte helpen me te concentreren. Het is een noodzakelijk contragewicht voor alle technologie waarmee ik werk en me omring. Eigenlijk werk ik constant in residence.’

lokman.space

Meer Columns

ADVERTENTIES