Delsbo, Zweden ‘22

Mees Klompenhouwer is een kunstenaar die voornamelijk werkt met analoge fotografie. Hij focust zich op natuur en landschappen, en zet deze in om zijn verhaal te vertellen. In maart verbleef hij een maand in een afgelegen hutje nabij het dorpje Delsbo, in Zweden. Op deze afgelegen plek hoopte hij de ruimte te vinden om te kunnen werken aan een nieuw project. Weg van de drukte van Rotterdam, waar hij woont, vond hij hier in de stilte een kans om te reflecteren en zijn eigen werk beter te leren kennen.

Afstuderen, en alles daarna 

Eind februari vertrok ik samen met mijn hond met de auto richting Zweden. Ik had geen concrete plannen over wat ik daar wilde gaan doen, maar vertrouwde erop dat er werk zou ontstaan wanneer ik mezelf een maand afzonderde. Ik had een tas vol met filmrolletjes achterin liggen, lege schriften en boekjes mee, en het plan om volledig offline te gaan. In Zweden wilde ik niet alleen werken aan een nieuw project, maar ook een beter idee krijgen van mijn wensen voor mijn toekomst. Ik weet al langer dat ik niet altijd in de stad wil blijven wonen, dat ik me beter voel omgeven door stilte en natuur. De vraag is of de ruimte die ik zo zoek te vinden is in Nederland, dit is een van de redenen dat ik op zoek ben gegaan in het buitenland. Ik wilde dus ontdekken of Zweden wellicht een plek was waar ik naartoe zou willen trekken, om te wonen en te werken aan mijn praktijk. Daarnaast ben ik ook aan het afstuderen (Fine Art: Photography aan de WdKA), en zag ik dit als het perfecte moment om de vrijheid te nemen deze reis te maken. Ik kan dan immers mijn werk inzetten voor mijn afstudeerproject, en de ervaring gebruiken als een soort oplaadmoment voorafgaand aan een drukke periode. Mijn motivatie om de stilte van het Zweedse landschap op te zoeken was evengoed persoonlijk als praktijkgericht, en was daarmee des te intenser. 

Reflectie en herkenning 

Eenmaal in Zweden aangekomen heb ik eerst een week nodig gehad om te kunnen landen, bij te komen van de reis, en de omgeving te leren kennen. Mijn ritme begon zich aan te passen aan het opkomen en ondergaan van de zon, en ik begon mee te gaan met het ritme van mijn omgeving. Door geen gebruik te maken van mijn telefoon was er amper afleiding. Het was een ongemakkelijk besef om te zien hoeveel langer een dag leek te duren, en hoe druk mijn hoofd was zonder afleiding.

Op momenten dat het even niet ging – ik me eenzaam voelde of verveelde, leerde ik dat ik naar buiten moest gaan, of mijn gedachten van me af moest schrijven. Op deze manier ontstond er een bewustwording van wat er allemaal speelde in mijn hoofd, en vond ik de ruimte om na te denken over dingen die ik al lang aan het wegstoppen was. Tijdens mijn wandelingen buiten had ik altijd mijn camera bij me, en het begon me op te vallen dat ik beelden fotografeerde die een weerspiegeling waren van mijn stemming. In de natuur om me heen vond ik herkenning, en daarmee een bepaalde mate van troost. Wat ik ook dacht of voelde; er was ruimte voor en het mocht er zijn. De natuur helpt mij met mijn depressie, angststoornis, en rouwverwerking. De natuur is een ruimte waarin ik onbegrensd vrij kan zijn, waar de seizoenen de ruimte bieden voor elk soort emotie. Om deze reden is het al langer het meest aanwezige element in mijn fotografie. Wat ik vastleg zijn momenten van rust, balans, en troost. Die hoop ik te kunnen delen met anderen. 

Offline gaan

Het werk dat is ontstaan in Zweden draait vooral om mijn innerlijke beleving van deze reis, en de inzichten die ik heb opgedaan. Ik doe een poging te visualiseren wat ik heb gevoeld, gedacht, en heb ontdekt. Nu kan je je afvragen waarom deze emotionele rollercoaster boeiend is voor een ander, maar ik zie een link naar een bredere context. Mijn behoefte om de natuur in te trekken en offline te gaan komt voort uit een manier van leven die voor veel mensen te snel gaat. Eén waarin het individu centraal staat en alles draait om vooruitgang. Het leven voelt als een wedstrijd waarin iedereen probeert zo snel mogelijk op te vallen en materialisme de overhand voert. Alles wordt online gedeeld en moet gezien worden. Ik zie hierin een enorm gebrek aan balans en rust, en kan soms niet veel meer doen dan ervan weglopen, de natuur in. Als ik spreek over de natuur dan heb ik het niet alleen over een fysieke ruimte. Ik zie een omgeving voor me waarin alles en iedereen gelijk is, zelfs deel uitmaakt van hetzelfde oneindige systeem. De mens staat er niet boven, is niet meer waard dan dier of plant, maar simpelweg een onderdeel van een groter geheel. Ik denk aan het pantheïsme, hierin is geen grens tussen het goddelijke en het natuurlijke. Het is een levensbeschouwing die ervan uitgaat dat alles goddelijk is. Ik vind inspiratie in de natuur omdat dit ‘goddelijke’ daar nog zo puur in terug te vinden is. 

De nostalgie van film

Ik werk voornamelijk met analoge fotografie maar kon nooit echt beschrijven waarom. Tot ik op een dag in Zweden door het bos liep en dacht aan mijn moeder. Toen ik vijf jaar oud was kwam zij te overlijden. Alles wat er nu nog van haar over is zijn de verhalen, herinneringen, en een doos vol analoge foto’s. Deze foto’s in het bijzonder bieden mij een kijkje in het leven in de tijd dat mijn moeder er nog was. Het voelt alsof die foto’s mij de kans geven haar beter te leren kennen door- dat ze me de mogelijkheid bieden terug te gaan in de tijd. De kwaliteit van foto’s ge- maakt op film geeft mij hierom een nostalgisch gevoel. Ik denk dat dit de reden is dat toen ik analoge fotografie ontdekte ik direct verkocht was. Elke foto die ik schiet op film heeft datzelfde gevoel in zich als de foto’s uit mijn jeugd. Het maakt niet eens zozeer uit wat er op de foto staat, simpelweg de kwaliteit – korreligheid – kleur – of scherpte, maakt voor mij meteen een emotionele connectie. 

In de tijd dat er enkel, of voornamelijk, werd gewerkt met analoge fotografie waren deze karaktereigenschappen niet bijzonder. Ze waren een natuurlijk onderdeel van de fotografie van die tijd. Dit sluit aan bij de ‘noise’- theorie, die spreekt over het feit dat technologische ontwikkelingen de ruis van oudere mediums zichtbaar maakt, maar dat het om die reden ook onmogelijk is om ruis te ontdekken in mediums die vandaag de dag worden gebruikt. 

De aanwezige laag van deze ruis draagt weer bij aan de beleving van mijn eigen werk. Het maakt van een bestaande fysieke omgeving (de natuur waarin ik fotografeer) iets waarin ruimte ontstaan voor eigen beleving. Omdat het beeld niet perfect is, er tekenen zijn van een analoog maakproces, ontstaat ruimte voor een (emotionele) invulling, een verhaal. Het abstraheert de fysieke ruimte enigszins, en creëert een mate van disconnectie met het letterlijke landschap. Dit maakt het medium een actieve deelnemer in het verhaal dat ik als maker probeer te vertellen. De natuur, het medium, en ik als maker werken samen in een gebalanceerd geheel. Elk onderdeel staat op gelijke voet, er is sprake van een wisselwerking. Mijn gevoel de drijfveer, de natuur een herkenningspunt, het medium een manier om de twee samen te laten komen. Alle elementen werken samen en brengen dezelfde waarde, zijn onderdeel van het grotere geheel. 

Terugblikken

Wat ik na vier weken in Zweden heb ontdekt zit verborgen in de landschappen die ik heb gefotografeerd. Deze zullen samen met audio- opnames (gemaakt tijdens mijn verblijf) en stukken tekst worden gepresenteerd tijdens de Graduation Show van de WdKA. Ik heb geleerd dat ik prima met mezelf kan zijn voor een langere periode. Dat ik juist beter en meer werk maak wanneer er niks moet, er geen deadlines zijn, en ik enkel mijn intuïtie hoef te volgen. Hierbij helpt het om me in een omgeving te bevinden die rust stimuleert, en die uitnodigt tot zelfreflectie. Dit soort plekken zal ik blijven opzoeken in de toekomst, om zo een stapje terug te kunnen doen uit de snelheid van het dagelijkse leven. 

Foto’s © Mees Klompenhouwer

Meer Columns

ADVERTENTIES