Ontstaan en ontwikkeling culturele Basisinfrastructuur

  • publicaties

De Boekman Verkenning 'Ontstaan en ontwikkeling culturele Basisinfrastructuur' verscheen in september jl. en biedt een korte terugblik op het ontstaan en de inrichting van de culturele Basisinfrastructuur (BIS). Welke subsidiecriteria hanteerden de opeenvolgende bewindslieden voor de invulling ervan? Het cultuurbeleid van Ronald Plasterk (2009-2012), Halbe Zijlstra (2013-2016), Jet Bussemaker (2017-2020) en Ingrid van Engelshoven (2021-2024) wordt in vogelvlucht beschreven door Jack van der Leden, op basis van documenten uit de Kennisbank van de Boekmanstichting.

2009-2012

De geschiedenis van de Culturele Basisinfrastructuur startte in 2009 onder minister van Cultuur Ronald Plasterk. Zijn voor- ganger, staatssecretaris Mady van de Laan pleitte al voor een politiek debat dat zich op hoofdlijnen zou concentreren en niet draaide om besluiten op instellingsniveau. De ideeën van Van der Laan werden onder Plasterk omgezet in regelgeving die leidde tot de instelling van de BIS. De Rijksoverheid zou voortaan alleen direct subsidies verlenen aan een beperkt aantal instellingen die samen een culturele basisinfrastructuur vormen. Dat ging om instellingen die een vitale rol in het regionale culturele aanbod of een landelijke functie hebben. Onder het devies ‘sturing op afstand’ kregen de diverse cultuurfondsen een grotere rol toegekend. In de Basisinfrastructuur moest meer ruimte komen voor talentontwikkeling en een sterke, innovatieve en internationaal georiënteerde cultuursector. Voor alle instellingen in de Basisinfrastructuur was het verder van belang verankerd te zijn in de maatschappij en meer eigen inkomsten te genereren. 

2013-2016

Al in 2010 onderging de Basisinfrastructuur een grote aanpassing onder staatssecretaris Halbe Zijlstra, die inzette op minder subsidieafhankelijkheid en scherpe selectie van te financieren instellingen. Instellingen en kunstenaars moesten een groter deel van hun inkomsten zelf verwerven en zouden daarmee minder afhankelijk en flexibeler worden. Ondanks felle protesten wordt er ingrijpend bezuinigd op het cultuurbudget: 200 miljoen euro vanaf 2013, waarvan circa 125 miljoen euro op de BIS. De verantwoordelijkheid voor talentontwikkeling komt te liggen bij grote instellingen en de cultuurfondsen. Postacademische instellingen en productiehuizen voor de podiumkunsten verdwijnen uit de BIS. 

2017-2020

Minister Jet Bussemaker wijst erop dat de gesubsidieerde sector nog volop bezig is een passend antwoord te vinden op de bezuinigingen onder haar voorganger. Bussemaker is op hoofdlijnen tevreden over het stelsel, maar wil de werking en kwaliteit ervan verbeteren door meer samenwerking tussen de overheden en door in de beoordeling meer rekening te houden met daadwerkelijk geleverde prestaties. Bussemaker wil kwaliteit voorop- stellen en aansturen op aantoonbare resultaten, innovatie en profilering aanmoedigen, samenwerking met gemeenten en provincies stimuleren en een meer divers publiek aanspreken. Er komt extra geld voor festivals en talentontwikkeling, de post-academische opleidingen krijgen weer structureel geld, net als de productiehuizen en jeugdgezelschappen. De cultuurfondsen krijgen meer speelruimte en mogen weer voor vier jaar subsidie verlenen in plaats van twee jaar. 

2021-2024

Onder minister Ingrid van Engelshoven worden de Fair Practice Code, de Governance Code Cultuur en de Code Culturele Diversiteit voorwaarden om voor subsidie in aanmerking te komen. Er is aandacht voor vernieuwende genres, festivals en talentontwikkeling. Stimulering van samenwerking met de regio’s krijgt eveneens veel aandacht. Onder Van Engelshoven is meer geld beschikbaar en meer instellingen ontvangen subsidie. De nadruk op ondernemerschap en eigen inkomsten maakt steeds meer plaats voor sturing op artistieke kwaliteit en maatschappelijke inbedding en meerwaarde. 


Dit schema is overgenomen uit Boekman Extra september 2021. Subsidiebudget BIS, inclusief fondsen (per jaar, in miljoenen euro’s) en aantallen instellingen naar functie/sector, per cultuurnota sinds 2009-2012 Bronnen: Plasterk 2008b, bijl. 1, Zijlstra 2012, bijl. 3, Bussemaker 2016a, Engelshoven 2020 

Downloads

Boekman Verkenning #25

Meer Artikelen

ADVERTENTIES