Cultuur in het publieke domein van Tilburg

  • opdrachtgeverschap en openbare ruimte

Op een koude, stormachtige maandag in maart fietst Esther Didden samen met Arno van Roosmalen, adviseur kunst in de openbare ruimte, door Tilburg. Ze zien veel goede en interessante kunstwerken, waaronder Draaiend Huis van John Körmeling dat zijn rondgang doet. Genoeg gesprekstof.

De gemeente Tilburg voelt de noodzaak om een nieuwe visie op cultuur in het publieke domein te ontwikkelen en heeft Van Roosmalen de opdracht gegeven daar invulling aan te geven. In mei zal de gemeenteraad van Tilburg deze nieuwe visie hopelijk vaststellen. Als extern adviseur houdt Van Roosmalen zich eveneens bezig met zogenoemde ‘lopende zaken’ die de bestaande kunstwerken in de openbare ruimte betreffen. Denk aan restauraties, herplaatsingen en burgerinitiatieven. Het zijn er enkele tientallen.

Als er sprake is van een nieuwe visie, betekent dit dat er ook oude visies zijn. Tilburg heeft hierin altijd de voortrekkersrol gepakt. In 1983 schreef Joost Baljeu (1925-1991) het masterplan voor kunstwerken in de openbare ruimte in Tilburg. Van 2002 tot en met 2011 was er het programma KORT, waarmee Tilburg pionier en een belangrijke referentie voor het beleid op het gebied van kunst in de openbare ruimte in Nederland werd. KORT staat voor Kunstenplan Openbare Ruimte Tilburg, en richtte zich niet alleen op buitenkunst in een ruimtelijke context, maar sloot ook aan bij maatschappelijke processen en culturele manifestaties in de stad. In 2016 volgde CuPuDo, een afkorting van Cultuur in het Publieke Domein, een online platform met daarop alle kunstwerken in de Tilburgse openbare ruimte met als doel om iedereen de stad en de kunst te laten (her)ontdekken. CuPuDo eindige in 2019, maar de website is nog actief en het is heerlijk grasduinen in al die kunstwerken.

Juist het begrip cultuur geeft rekenschap van het feit dat kunstuitingen in de openbare ruimte meer divers zijn geworden in hun verschijningsvorm

Wat opvalt is dat er sprake is van een visie op cultuur in het publieke domein. Van Roosmalen vertelt dat juist het begrip cultuur rekenschap geeft van het feit dat kunstuitingen in de openbare ruimte meer divers zijn geworden in hun verschijningsvorm. Kunst kan tijdelijk zijn, interactief, een theatraal aspect hebben, enzovoort. Door ook voor het begrip ‘publiek domein’ te kiezen, wil hij aangeven dat de openbare ruimte verder strekt dan louter de fysieke ruimte van straten, pleinen en parken. Het gaat wat hem betreft ook om publiek toegankelijke gebouwen zoals een station of een theater, en om de digitale publieke ruimte.

De visie vertrekt vanuit het idee dat kunst bijdraagt aan het collectief eigenaarschap van een betekenisvolle publieke ruimte. Van Roosmalen schetst zijn ideaalbeeld van een publieke ruimte die steeds opnieuw bevraagd kan en mag worden: door kunstenaars in de praktijk, door burgers in het dagelijks leven, door denkers met ideeën en door bestuurders met een open blik. Kunst kan zich heel goed staande houden in de publieke ruimte omdat ze de uitkomst is van maatschappelijke processen, zich verbindt aan maatschappelijke vraagstukken en, zoals gezegd, bevraagd mag worden door maatschappelijke spelers.

Twee nieuwe stadspleinen die de komende jaren de transitie ondergaan van verkeersgebied naar verblijfsgebied

Met dat ideaalbeeld in het achterhoofd fietsen we door het centrum en bekijken de locaties waarvoor ZUS Architecten een ontwerp maakte: het Stadsforum en het Koningsplein. Twee nieuwe stadspleinen die de komende jaren de transitie ondergaan van verkeersgebied naar verblijfsgebied. Dit betekent dat er kunstwerken moeten worden verplaatst en gerestaureerd. Het werk Metrøality van Marry Overtoom komt terug in de publieke ruimte, het is al tijden niet meer te zien en restaureren gaat niet meer. In samenspraak met de kunstenaar komt er een geactualiseerde versie van dit ontregelende kunstwerk dat suggereert dat Tilburg een metrostelsel heeft.

Van Roosmalen is enthousiast over de twee beelden van Beljon die in het centrum staan; de abri en de fontein. Beide kunstwerken blijven in het toekomstige Stadsforum behouden op vrijwel dezelfde locatie, ze zijn immers iconisch en vertellen de kijker iets over de geschiedenis van kunst in de openbare ruimte. Het is goed als het nieuwe stadsplein straks meerdere verhalen kan vertellen, als er een bepaalde gelaagdheid in het waarnemen van de plek ontstaat.

Een collectie die voortdurend in beweging is

Hij wijst ook op het project van Merel van der Linden Beeldschoon x Het Schrijvertje. Met tijdelijke interventies zet ze kunstwerken in de schijnwerpers, en soms nodigt ze daarbij een andere kunstenaar uit. In Tilburg werkte ze samen met Marieke Vromans, ze bedachten een interventie voor Het Schrijvertje van Hein Koreman. Ze gaven het beeld een gipsen rol papier en passanten mochten erop schrijven. Van Roosmalen vindt het belangrijk en bijzonder dat de gemeente dit soort initiatieven ondersteunt. Tijdelijke interventies, spraakmakende en ontregelende kunstwerken met internationale uitstraling, het hoort in zijn optiek bij de kunstcollectie voor Tilburg. Een collectie die voortdurend in beweging is.

Meer Artikelen

ADVERTENTIES