Begin oktober 2022 zitten we op de Suriname Rivier in een grote houten boot. Voorin, onder een groot zwart plastic zeil, zakken fruit, rijst, groenten, een koelkast, stoelen, rugzakken, reuze tassen en onze twee koffers. Aan boord de stuurman, enkele inheemse dorpelingen met kinderen, twee toeristen en wij, op weg naar Botopasi, een Saramaccaans dorpje van tweehonderd zielen.
… onze hut, bestaande uit een kleine slaapkamer met een bescheiden badkamer en een met golfplaat overdekte patio
De Saramaccanen zijn nakomelingen van de in de zeventiende eeuw van de plantages gevluchte slaven uit West Afrika, die van de inheemse bevolking leerden in de bossen te overleven en hun cultuur te bewaren. De middagzon is fel, maar op het water is er een aangenaam windje, dankzij de imposante snelheid waarmee de stuurman stroomopwaarts weet te racen. Drie en een half uur later stappen we uit op een aantal rotsen en klimmen een steile trap omhoog. Verder omhoog lopend begeleidt onze gastheer Harry Wens ons naar onze hut, bestaande uit een kleine slaapkamer met een bescheiden badkamer en een met golfplaat overdekte patio, die de komende weken als onze studio, studeer-, woon- en eetkamer, ontmoetingsplek en observatieplatform zal dienen.
Mijn partner, fysicus en essayist Frans W. Saris en ik zijn hier op uitnodiging van Isidoor Wens, zoon van dit dorp en nu beeldend kunstenaar in Den Bosch. Hij heeft ArtCeB (kunstcentrum Botopasi) in 2011 opgericht en sindsdien een aantal buitenlandse creatievelingen de kans geboden midden in de dorpse gemeenschap te leven en te werken met een minimum aan westers comfort. Zijn idee is om de dorpelingen door de aanwezigheid van creatief werkende bezoekers in aanraking te laten komen met een heel andere cultuur en om de gasten in Botopasi, buiten hun comfortzone, een wereld te laten ervaren waar de bewoners nauw ver- bonden zijn met de natuur. Harry, de broer van Isidoor, begeleidt ons waar we maar willen en staat open voor onze vragen op het gebied van gebruiken, rituelen, en levenswijze. Opgeleid als technicus en elektricien is hij in staat zonnepanelen op ons dak te monteren, waardoor we ook elektriciteit kunnen gebruiken buiten die paar uur die de overheid toestaat.
… om de dorpelingen door de aanwezigheid van creatief werkende bezoekers in aanraking te laten komen met een heel andere cultuur
Toen we ons opgaven voor deze residency hadden we expres open gelaten wat we precies gingen doen, want de rimboe van Suriname was voor ons allebei terra incognita. Wel had Frans zich ten doel gesteld te onderzoeken hoe de bevolking aan de rand van het oerwoud met de natuur omgaat en hoeverre de moderne wereld met internet en mobieltjes de mensen al veranderd heeft. Samen waren we van plan een kunstboek te maken met teksten van hem en beelden van mij*.
In Nederland maak ik grote prenten en houtskooltekeningen, die ik vaak met video’s integreer. Omdat ik niet van de computer afhankelijk wilde zijn – het internet functioneert in het dorp onvoorspelbaar en alleen via de telefoon – nam ik alleen tekenmateriaal mee, aquarelverf en papier, en natuurlijk mijn camera. Hier kunst maken is een heel sensuele ervaring, je maakt deel uit van een onvoorspelbare en chaotische natuur. Zij dwingt je andere kamers van je geest te betreden.
Er is geen scheiding tussen kunst en leven of gedachten en waarnemingen. Observeren, geheugen en weten werken elkaar in de hand en verrijken elkaar. Buiten de natuur staan is niet mogelijk. De zon en de hitte zijn onverbiddelijk. Onweer steekt plotseling op zonder waarschuwing, donders rollen over je heen, regen klettert oorverdovend op het zinken dak, zondvloedachtige rivieren en poelen stromen langs het huis en stoppen plotseling. In een mum van tijd wordt het water opgeslokt door de dorstige grond.
Observeren, geheugen en weten werken elkaar in de hand en verrijken elkaar
Muggen en mieren zijn overal aanwezig en lijken mijn aquarelverf bijzonder lekker te vinden. Mijn benen tonen steeds wisselende patronen van beten en door de hitte aanzwellende aderen, lijkend op de boomwortels van de grote mangobomen voor onze hut. Het hygroscopische tekenpapier bolt en golft in alle richtingen. ‘s Avonds na zeven uur, wanneer de TL lampen op de patio aangaan, wemelt de grond voor onze hut van padden en insecten. Op de eerste avond hadden we bezoek van een rat en een vleermuis. In de badkamer vliegt een enorm grote zwarte vlinder, hagedissen zijn alom tegenwoordig. De geluiden zijn verrukkelijk, een gepiep en gesnerp van tropische vogels, het aanzwellende geluid van de cicaden en dan plotseling stilte. Vanaf half zeven ‘s ochtends horen we de vrouwen van de uitgebreide familie Wens en Petrusie, onze gastvrouwen en verzorgers, de grond aanharken en vegen, elkaar boodschappen toeroepen, met zinken teilen ratelen. Nooit is er haast, alles gaat zoals het gaat.
We beginnen de dag met een kopje thee, daarbij begroeten we onze buren en de kinderen die gewassen, in groene schooluniformen en paraplu tegen regen en zon de korte weg naar school gaan, opgericht door de in Zeist gevestigde Evangelische Broedergemeente (EBG). Na het ontbijt werken we drie uur, dan zwemmen in de rivier, lunch en siësta en nog eens drie uur werken. Vooral de kinderen zijn nieuwsgierig, ze komen uit zichzelf meteen naar ons toe zodra ze mij zien tekenen, dat willen ze ook en ze zullen blijven komen.
Na het ontbijt werken we drie uur, dan zwemmen in de rivier, lunch en siësta en nog eens drie uur werken
Onderwerpen zijn er in overvloed. Je kunt niet anders dan gebruik maken van het vernuft van de natuur, haar vormen en structuren die je zelf niet zou kunnen bedenken. Tekenend leer ik begrijpen hoe de zeventig meter hoge kankantri met zijn majestueuze wortelsysteem en grote paraplu in elkaar zit. Hij wordt door de inheemsen als heilig beschouwd en gespaard bij het kappen van het bos voor een kostgrondje of houtwinning voor boten, huisjes en meubels. Kanoënd langs de rivier herken je hem tussen lagere bosbestanden als eenzame wachters van het oerwoud.
De oliehoudende oranje vruchten van de maripa palm zijn gebundeld in een tros noten, een ieder heeft een houten muts over zich gespannen. De onbevruchte trossen hangen als slappe kwasten aan de boom. Sommige palmen hebben aan de basis van hun bladeren heel puntige, giftige doornen om zich te beschermen tegen dieren.
Er is geen veeteelt en er zijn haast geen huisdieren, want dat eist te veel voer en dat is er niet
Nergens is biodiversiteit evidenter dan hier, alles is met alles verstrengeld. Alles groeit en leeft in symbiose met elkaar, inclusief de dorpsbewoners. Want die leven nog steeds zoals driehonderd jaar geleden in kleine, zeer basale hutten, mannen en vrouwen ieder in hun eigen hut. De kinderen wonen bij hun moeders, tantes of oma´s. De jongens vanaf hun puberteit bij de vader om mannelijke vaardigheden te leren. Mannen mogen nog steeds drie vrouwen naast elkaar hebben, maar worden geacht verantwoording te dragen voor de families. Vrouwen mogen scheiden van de man als die niet deugt. Er is geen veeteelt en er zijn haast geen huisdieren, want dat eist te veel voer en dat is er niet.
De Saramaccanen leven van de gewassen die ze zelf op kostgrondjes verbouwen. In de droge tijd als er geen vers fruit en weinig groenten te oogsten zijn, halen ze die per boot van Paramaribo en omstreken. Ze vissen in de rivier en vullen hun dieet aan met af en toe zelf geschoten wild. Maar de beesten hebben dat ook door en verschuilen zich in de jungle, waarom je ze ook haast nooit ziet.
Vele kleine dorpjes die we in de omgeving hebben bezocht bleken ontvolkt te zijn
Alle dorpelingen hebben drinkwater en een beerput. Er is medische verzorging vlakbij, een kerk en toegang tot de wereld via mobiele telefoon, mogelijk gemaakt door een hoge mast op een paar honderd meter afstand van hun huizen. Lager onderwijs is verplicht en voortgezet onderwijs is bijna de regel in Botopasi. De kinderen worden naar Paramaribo gezonden voor verder onderwijs en training, meestal bij een familielid inwonend. Maar deze vooruitgang heeft ook zijn negatieve uitwerking, want de meeste jongeren keren niet terug naar het dorp. Vele kleine dorpjes die we in de omgeving hebben bezocht bleken ontvolkt te zijn.
Toch hebben wij als bezoekers de hoop bewaard dat deze oase van symbiotisch leven met de natuur door sommige hoger opgeleide inheemsen wordt gekoesterd, zodat zij terugkeren van een stedelijk leven naar de eenvoud van dit bestaan in de natuur en dat ze als leraren, verpleegkundigen, medici en technici hun bijdragen leveren aan het voortbestaan en de vooruitgang van hun dorp en gastvrijheid bieden aan kunstenaars in ArtCEB.
Toch hebben wij als bezoekers de hoop bewaard dat deze oase (…) wordt gekoesterd
Ter afscheid van ons verblijf nodigen wij onze buren en hun kinderen uit voor een presentatie van onze ‘oogst’: tekeningen, foto’s en video’s waarin ze zichzelf en hun omgeving kunnen herkennen. De voorstelling moet via een tv-scherm gebeuren, zodat de mensen ook op afstand de beelden kunnen zien, geen makkelijke taak, want de technische middelen zijn beperkt. Frans leest drie korte verhaaltjes voor over ons leven in de jungle. De volgende ochtend verlaten we Botopasi met de boot, rijk aan ervaringen en met veel materiaal voor verdere uitwerking.