kunst op het plein

  • opdrachtgeverschap en openbare ruimte

Enkele maanden geleden dwaalde Esther Didden door het historische centrum van Utrecht. Het Centraal Museum was op dat moment dicht vanwege de coronamaatregelen maar op het aangrenzende plein stond een enorme grote boze boom.

Een QR code naast het werk informeerde me verder: het was een kunstwerk van Anne de Vries (1977) met de titel Save the world. De Vries wil met dit beeld de aanname dat technologie vooruitgang betekent in twijfel trekken. De boom is gemaakt van kunststof en trekt een gemene grimas. Een omhoog staande zijtak ziet eruit als een berispende vinger.

Thuis zocht ik meer informatie. Zo kwam ik erachter dat dit kunstwerk van Anne de Vries het derde kunstwerk op het plein naast het Centraal Museum is en dat er met enige regelmaat kunstwerken gewisseld worden. Eerder maakte David Jablonowski een werk voor buiten: een collage van 3D-geprinte prototypes van meubelstukken en zwerfkeien als toekomstvisie voor de meubelindustrie. Dit buitenwerk bracht een ode aan de expositie die op dat moment binnen te zien was. Het volgende buitenwerk was Kevin van Sarah Lucas: een gigantische bronzen courgette. Het werd een hit op Instagram en verleidde menigeen tot een selfie.

Anne de vries

Anne de vries

Kunst op het plein is een mooi concept waarmee het museum buiten zijn muren treedt. Artistiek directeur Bart Rutten wilde mij er graag meer over vertellen. Het Centraal Museum is het oudste stedelijk museum van Nederland. In 1838 opende de voorloper van het Centraal Museum, het Stedelijk Museum van Oudheden, zijn deuren in het toenmalige Stadhuis. Bewoners van veertien jaar en ouder mochten het museum voor een kwartje bezoeken. In 1891 verhuist het museum naar Buitengoed Hoogeland, om vervolgens na dertig jaar neer te strijken in het Agnietenklooster. De collectie van de stad werd toen samengevoegd met verschillende (particuliere) collecties en ondergebracht in één ‘centraal’ museum. Zie daar de oorsprong van de naam Centraal Museum. Een eeuw later is het museum daar nog steeds gevestigd.

De geschiedenis van het Centraal Museum is van belang omdat het gehuisvest is in een gebouw met beschermd stadstoezicht. Het voormalige klooster is prachtig, indrukwekkend en ademt historie. Hierdoor is de directie echter aan strikte regels gebonden als het gaat om aanpassingen aan het pand. Ondanks dat weten ze de historie van het gebouw goed te verweven met moderne kunst zoals duidelijk te zien is in de binnentuin. Loop er eens rond, Couzijn van Leeuwen (1959-2019) maakte prachtige wandplaten van keramiek voor de muren van het museum grenzend aan de museumtuin.

Het moest een wisselpodium worden, geïnspireerd op The Fourth Plinth in Londen

Maar niet iedereen wandelt de mooie museumtuin in. Kan het museum zich profileren via het naastgelegen plein met zijn duizenden dagelijkse passanten? Dat was de vraag waar de kersverse artistiek directeur Bart Rutten vier jaar geleden voor kwam te staan. De wens leefde al langer bij de organisatie maar een plan was er nog niet, wel was er budget voor opzij gezet. Rutten vertelt dat hij meteen ideeën kreeg toen de vraag over kunst op het plein aan hem werd voorgelegd maar dat hij destijds toch besloot het museum eerst maar eens te leren kennen.

Al vrij snel realiseerde hij zich dat bij het karakter van het museum met zijn brede en diverse programmering geen onverzettelijk beeld past. Het moest een wisselpodium worden, geïnspireerd op The Fourth Plinth in Londen. Op basis van het tentoonstellingsprogramma en de eigen collectie wordt er of een opdracht gegeven aan een kunstenaar om een werk voor het plein te maken of er wordt een specifiek kunstwerk in bruikleen genomen.

Dan komt er geheid een moment waarop iemand zegt, ik weet van wie er een werk op het plein moet komen.

Wanneer ik Bart Rutten spreek heeft het werk van Anne de Vries plaatsgemaakt voor het werk Seeds of Change: A Ballast Flora Garden van de Braziliaanse kunstenaar Maria Thereza Alves (1961). Ballast is een begrip uit de zeevaart, het betekent ‘waardeloze’ lading.
Vroeger werden aarde, zand en stenen geladen als ballast. Door het extra gewicht lag het schip dieper en kon het stabiel varen. Na aankomst in de haven werd de ballast gedumpt. Zaden van planten die in de ballast verstopt zaten, bloeiden ter plekke opnieuw. Alves onderzocht in allerlei havensteden de plekken waar de ballast werd gedumpt. Ze bracht vervolgens de flora in kaart en kon zo de routes die de schepen eeuwen eerder hadden afgelegd, terugzien in het landschap.
De Portugese kolonisatie van haar geboorteland Brazilië speelt in haar werk vaak een belangrijke rol, haar ballasttuinen symboliseren dan ook ontworteling en vormen een herinnering aan de historische (gedwongen) migratie van mensen en planten. Het is het meest beladen kunstwerk op het plein tot nu toe, vertelt Rutten. Het werk houdt verband met de tentoonstelling De Botanische Revolutie die sinds 10 september is te zien in het museum.

Het kunstwerk dat na het werk van Alves op het plein verschijnt is al bekend; een werk van Persijn Broersen en Marit Lukács. Verder kijkt Rutten nu nog niet, dat zou ook niet bij het concept van kunst op het plein passen. Hijzelf en de conservatoren van het museum spreken voortdurend kunstenaars, zien tentoonstellingen en bezoeken ateliers. In een doorlopend onderling gesprek worden ervaringen uitgewisseld. Dan komt er geheid een moment waarop iemand zegt, ik weet van wie er een werk op het plein moet komen.

Meer informatie

Kunst op het plein
The Fourth Plint

Meer Artikelen

ADVERTENTIES