Het is maandagmorgen, tien uur. Ik tik de code in en ga naar de huiskamers. Sjaan zit net als altijd al klaar met haar jas op haar rollator. We zeggen elkaar goedemorgen. Ik geef ook de andere bewoners een hand. Ik noem de bewoners altijd bij hun voornaam. Het lijkt mij fijn om als ik oud ben nog bij mijn voornaam aangesproken te worden, maar het is in de zorgwereld niet gebruikelijk. Ik doe het omdat ik met hen wil samenwerken, bevriend met ze zijn. Natuurlijk ben ik hun begeleider, maar ik wil niet boven ze staan.
Sjaan woont in Archipelhof: de gesloten afdeling van Woon- en Zorgcentrum Archipel. De huiskamers hebben eigen voordeuren. De voordeuren komen uit op een gesloten, centrale tuin. Zonder code kom je er niet in of uit. Ik heb mijn atelier in Archipel. Ik werk met bewoners, maar ik maak er ook mijn eigen, vrije werk. Ik ben niet in dienst van Archipel. Ik heb een ruilovereenkomst: ik heb mijn atelier in ruil voor werk. Uit subsidies voor projecten met ouderen haal ik mijn inkomen. Ik heb een periode een maandelijkse vergoeding gehad en dat vond ik ook terecht, want mijn werk en creativiteit is veel meer waard dan alleen de huur van mijn atelier, maar Archipel moest ernstig bezuinigen. Er breken vast weer betere tijden aan.
Ik breng Sjaan naar mijn atelier. Voorbij de deur met de code. Het laatste stukje moet zonder rollator – ik houd haar handen vast en loop langzaam achteruit. Als ze zit, schuif ik haar stoel aan. Ik heb de tekening waar ze aan bezig is al klaargelegd, maar ik weet dat ze toch pas gaat beginnen als ik weer terug ben. Ik ga weer naar de huiskamers en haal achtereenvolgens Lies, Frank en Annie op. Er wonen hier ruim veertig dementerende ouderen, waarvan er op dit moment zo’n tien regelmatig naar mijn atelier komen.
Ze werken met soft pastelkrijt op papier. Goede materialen! Een doosje van twaalf staafjes kost ruim twintig euro. Ik werk er zelf ook mee. Ik laat ze doorgaans abstract werken. Ze beginnen met lijnen, vlekken en langzaam bouwen ze hun werk op. Als je hen zo ziet tekenen en hoort praten, dan zou je niet vermoeden dat deze mensen dementerend zijn. Ik geef aanwijzingen en stuur, op een onnadrukkelijke manier. Talentontwikkeling bij dementerende ouderen, zo noem ik mijn werk. Ze vinden op een natuurlijke manier hun eigen stijl en ze worden steeds beter.
Tegelijkertijd ben ik tijdens deze bijeenkomsten een soort maatschappijleraar. Ik vraag de bewoners niet naar hun persoonlijke ervaringen, niet naar hun leven, maar vraag bijvoorbeeld naar hun opvatting over de natuur, of ik stel een vraag over het gevangeniswezen, streng straffen of juist niet, of over wat een Nederlander is. Open vragen en afwisselend. Of ik geef ze een dilemma over een mogelijke toekomst, die reëel wordt als er een apparaat wordt uitgevonden dat veroudering tegengaat en mensen niet meer sterven. Op welke leeftijd zou je dan dat apparaat gebruiken? Zou je voor altijd 20 jaar willen zijn? Voor altijd 30? Wat leert een mens eigenlijk pas op latere leeftijd? Dit soort gesprekken vind ik altijd inspirerend en boeiend. De dementerende ouderen kunnen heel goed mee praten en ze voelen zich op die momenten niet tekortschieten. Als ik in het gesprek naar hun eigen, persoonlijke leven vraag, dan is de kans groot dat ze zich wel tekort voelen schieten, omdat de kans groot is dat dan duidelijk wordt dat ze dingen vergeten zijn. Er komen vaak ook mensen van buiten. Een gemêleerd gezelschap, dat is goed voor allemaal. Ook heb ik altijd muziek op. Klassiek. Meestal wat op de achtergrond, maar ik kan de muziek ook wel eens hard zetten. Dan even geen gesprek. En voor we het weten is het twaalf uur en breng ik de bewoners weer terug. Tijd om te eten.
Projecten
’s Middags heb ik een afspraak met drie leerlingen van basisschool De Omnibus. Samen gaan we naar een bewoner van de aanleunwoningen. Dan heb ik een gesprek over diens leven.
De kinderen zijn er bij en maken een visueel verslag. We hebben anderhalf uur de tijd. Dan breng ik de kinderen weer naar school. Ik schrijf biografische sprookjes op basis van levensverhalen. Een van de projecten die ik momenteel doe. Achtentwintig bewoners doen er mee en vier groepen zeven van De Omnibus. De kinderen maken er illustraties bij. We sluiten af met een boek en een tentoonstelling. De werktitel van het project is Jonge sprookjes door oude mensen (met subsidie van ouderenfondsen). Onderdeel van het project is dat de ouderen in de klas hun eigen sprookje voorlezen. Dat heb ik nu een paar keer georganiseerd. Wonderlijk mooie situaties zijn dat. Ik herinner me hoe Gé haar sprookje voorlas: de krakerige stem van een negentigjarige mevrouw en dertig muisstille kinderen. Gé raakte halverwege geëmotioneerd – het sprookje is voor een groot deel biografisch en ze las een aangrijpende passage voor – en veel kinderen kregen ook tranen in hun ogen.
In elk zorgcentrum een zorgkunstenaar! Dat is mijn visioen. Binnen elk zorgcentrum een creatieve oase en een kunstenaar die zorgt voor nieuwe ideeën en frisse projecten. Zou het kunnen? Zeker! Mijn positie als zorgkunstenaar in Archipel in Almere bewijst dat het voor alle partijen goed uitpakt – voor de bewoners, voor de omgeving, voor Archipel en ook voor mijzelf.
Toekomst
De weg is nog lang, maar ik zie een toekomst voor me waarin zorginstellingen en kunstenaars elkaar meer en meer gaan ontdekken. Kunstenaars zullen betaald werk krijgen in de zorg en zorginstellingen zullen creatieve organisaties worden. Artsen, verpleegkundigen, geestelijk verzorgenden, activiteitenbegeleiders, fysiotherapeuten zullen dan samen met zorgkunstenaars, bewegingskunstenaars, filosofen, noem maar op, zorgen voor het welzijn van de oude mens. Wie zich creatief, lichamelijk en geestelijk ontwikkelt, die zal minder afhankelijk zijn van zorg.
Hoe werkt het Zorgkunstenaarsschap?
In het zorgcentrum is een ruimte vrijgemaakt als atelier. De zorgkunstenaar kan vrij over dat atelier beschikken. Dag en nacht. In dat atelier werkt de kunstenaar met bewoners, maar hij/zij maakt daar ook zijn/haar eigen werk.
- De kunstenaar is als ZZP’er verbonden met de zorginstelling. Voor zorgkunst is een vaste vergoeding gesteld (op rekening) €1.000,- per maand. (incl. btw en materialen). Die vergoeding staat vast, zodat er niet meer over onderhandeld hoeft te worden.
De voorwaarden voor de Kunstenaar
- Als tegenprestatie werkt de kunstenaar met bewoners en stelt hij/zij zijn of haar kwaliteiten ten diensten aan het zorgcentrum.
- De kunstenaar werkt wekelijks met bewoners, maar hij/zij voert ook projecten uit. Kunstprojecten met bewoners en mensen uit de buurt. (Grote en kleine projecten, schilderprojecten, literaire, muzikale projecten – heel divers)
- Er is een tentoonstellingsruimte die openbaar is. De zorgkunstenaar beheert die tentoonstellingsruimte en maakt daar exposities – o.a. de resultaten van de projecten.
- De zorgkunstenaar schrijft subsidieaanvragen om geld te genereren voor de projecten. Die fondswerving wordt ook gebruikt om het inkomen te verhogen (€1.000,- per maand is een goede basis, maar niet genoeg om van te leven).
- De kunstenaar beheerst verschillende disciplines: in ieder geval fotografie/vormgeving en fotobewerking (Photoshop en InDesign). Hij/Zij moet daarbij goed kunnen schrijven (persberichten, etc.) en ervaring met fondswerving is gewenst. De hoofddiscipline kan verschillend zijn: grafiek, schilderkunst, tekenkunst, fotografie, beeldhouwkunst, of bijvoorbeeld ruimtelijk.
- Hij/Zij moet makkelijk sociale contacten leggen, sociaal zijn, en een goed netwerk heeft de voorkeur.
- De kunstenaar blijft ZZP’er en blijft daarmee autonoom.
- De kunstenaar is vrij om het werk zelf in te delen en is vrij in het benaderen van bewoners, maar hij/zij moet wel minstens zo’n tien uur per week in het belang van de instelling aan het werk zijn (maar dat mag natuurlijk meer zijn).
- De kunstenaars moet ook zelf in het atelier werken, daar autonoom werk maken. Zorgkunst en eigen carrière als kunstenaar lopen parallel en versterken elkaar.
- De zorgkunstenaar is geen activiteitenbegeleider! De zorgkunstenaar rapporteert (kort) wekelijks aan de manager.
- De zorgkunstenaar heeft geen contract, maar jaarlijks wordt er gekeken of de instelling verder gaat met hem/haar.
POSITIEVE ASPECTEN VAN ZORGKUNST
- Er is binnen de zorginstelling aandacht voor creatieve zingeving, welzijn en talentontwikkeling en daar profiteren de bewoners van.
- De zorgkunstenaar is een aanvulling op de activiteitenbegeleiding en hij/zij neemt werk/aandacht uit handen van de verpleging.
- De zorgkunstenaar biedt aanvullende zorg voor demente bewoners en daarmee geeft de zorginstelling antwoord op een toenemende vraag in de samenleving.
- De zorgkunstenaar is een opvallende figuur binnen de instelling en zorgt voor reuring. Het atelier van de zorgkunstenaar is een creatieve oase binnen de instelling.
- De zorgkunstenaar is de huisfotograaf. Hij/Zij kan goede fotoportretten maken van bewoners en personeel; die foto’s stelt hij/zij gratis ter beschikking aan de familieleden van de bewoners. Hij/Zij fotografeert de bewoners bij binnenkomst, maar ook met enige regelmaat daarna, zodat elke bewoner een eigen fotografisch archief krijgt. Ook kan hij/ zij visueel verslag doen van evenementen.
- Er kan een beroep worden gedaan op de zorgkunstenaar om dingen te ontwerpen, zoals bijvoorbeeld een ontwerp voor een kaart, een uitnodiging of een poster.
- De zorgkunstenaar is een schakel tussen binnen en buiten. Door de kunstprojecten komen er mensen van buiten naar binnen, doordat ze eraan meewerken of dat ze komen kijken. Met name bij projecten met kinderen en scholen! Ook komen er mensen uit haar/zijn netwerk naar het eigen werk kijken. Mensen die anders niet met de zorginstelling te maken zouden hebben, komen nu toch binnen en proeven de sfeer.
- De zorgkunstenaar is een publiek figuur en door hem en door de kunstprojecten komt de zorginstelling regelmatig goed in de publiciteit.
- De zorgkunstenaar is geen traditionele zorgverlener en dat is verfrissend. Zijn/Haar verwachtingen en uitdagingen liggen anders. Hij/Zij zal bijvoorbeeld anders omgaan met dementerende bewoners en daarin zou zomaar eens een antwoord kunnen liggen op een groot maatschappelijk probleem. Talentontwikkeling bij dementerende ouderen is bijvoorbeeld een van de ontwikkelingen die door Zorgkunst zichtbaar werd. Als er geen haast is, maar wel concentratie en uitdaging, dan kunnen dementerende ouderen zich creatief en ook cognitief ontwikkelen.
WELKE KWALITEITEN HEEFT DE ZORGKUNSTENAAR
- De zorgkunstenaar beheerst verschillende creatieve vaardigheden, waarvan in ieder geval fotografie en schrijven. De basis is zijn/haar creatieve vak.Dat kan schilderen zijn, ruimtelijk, grafiek of anders. De zorgkunstenaar is sociaal, beschikt over goede contactuele eigenschappen en kan goed samenwerken.De zorgkunstenaar heeft een brede interesse. Tijdens het creatieve werk wordt er veel gepraat. De zorgkunstenaar is dan niet alleen begeleider, maar ook gespreksleider. In principe kan er over alles gepraat worden. Een soort maatschappijles of filosofieles. Maar wel in een sfeer dat iedereen serieus wordt genomen.