Architectuur van de innerlijke ruimte

Beeldend kunstenaar Gerard van der Horst werkte in oktober en november 2018 als Artist-in-Residence bij Post Erasmuslaan 5 in Utrecht.

In september 2018, een maand daarvoor, was hij op uitnodiging van de Poolse kunstenaar en professor Mark Starel aanwezig op de conferentie CONCRETE/DISCOURSE/COMPLEXITY aan de Jan Kochanowski Universiteit in Kielce, Polen, waar hij deelnam aan een tentoonstelling, een lezing gaf over zijn werk en veel heeft gesproken met andere deelnemende kunstenaars en wetenschappers.

Kunst en architectuur 

Aan de Erasmuslaan in Utrecht staan twee blokken met woningen ontworpen door Gerrit Rietveld. Deze woonblokken, nu rijksmonument, liggen op een steenworp afstand van het Rietveld-Schröderhuis aan de Prins Hendriklaan. Het eerste woonblok, de nummers 5-11, werd gebouwd in 1931. In het pand Erasmuslaan 5 is tegenwoordig Post Erasmuslaan 5 Centrum voor Kunst en Architectuur gevestigd, een samenwerking van architecten en designers waaronder ASNOVA Architecture en Brocatus Design. Ook is dit het vestigingsadres van Stichting Vierplus, een stichting die kunstevenementen organiseert. Stichting Vierplus is een samenwerkingsverband van Bos Fine Art, Kunstlokaal no8 en ASNOVA Architecture. Vierplus heeft sinds 2017 meerdere tentoonstellingen georganiseerd, onder de naam ‘essentie’. Deze tentoonstellingen hebben op diverse locaties in het land werk laten zien van tussen de vijftig en zestig binnen- en buitenlandse kunstenaars op het gebied van geometrisch abstracte, minimalistische en concrete of constructivistische kunst.

Tijdens een van deze tentoonstellingen sprak ik met Ronald Willemsen, architect en directeur van ASNOVA Architecture, oprichter van Post Erasmuslaan 5 en medeoprichter van Stichting Vierplus over het idee een Artist-in-Residence te organiseren aan de Erasmuslaan. Hij was meteen enthousiast. Ik had al eens eerder aan een expositie meegedaan bij PE5. Toen was me opgevallen dat architecten geïnteresseerd waren in mijn werk. Ze herkenden er iets in van hun eigen werkproces en interpreteerden mijn tekeningen dan ook in de richting van plattegronden en planologische ontwerpen.

Discursieve Geometrie 

Er is een recente ontwikkeling in de hedendaagse geometrische kunst met als karakteristieke eigenschap dat het werk in gesprek gaat met discourses buiten de kunst. De naam is ontleend aan ideeën van de Poolse filosoof Grzegorz Sztabiński (1946-2020). Sztabiński schreef in 2011 dat geometrische kunst zich in toenemende mate was gaan bewegen op gebieden buiten de kunst en dat bijvoorbeeld de bekende associatie van geometrische kunst met concrete kunst eenzijdig was geworden en aanvulling behoefde. In 2015 noemde hij deze ontwikkeling ‘interdiscursieve tendensen’. Dit begrip is door de Poolse kunstenaar Mark Starel opgepakt en omgevormd tot de naam die deze stroming in de kunst nu heeft.

Begonnen in Europa is het inmiddels uitgegroeid tot mondiale schaal. Het interessante aan deze opvatting is dat het je oproept om buiten je eigen vakgebied te kijken en te onderzoeken of je daar inhoudelijk een relatie mee kunt leggen. Je stelt jezelf daarmee open voor nieuwe invloeden van buitenaf. Wat voor effect heeft dat op je werk? 

Tweehoog achter 

In oktober 2018 was het zover en werd ik de eerste Artist-in-Residence bij PE5. Ik betrok een kamertje tweehoog achter. Er stond een mooie, wat ouderwetse tekentafel en ik installeerde me met mijn spullen. Perfect. En toen kwamen de vragen. Wat ga ik hier doen? Wat gebeurt er in dit huis? In mijn eigen werkruimte gedraag ik mij als een kluizenaar. Zo ook hier. Ik bezoek eerst maar eens de bibliotheek. Het staat er vol mooie en interessante boeken over architectuur.

Ik pak een boek over Frank Gehry, de beroemde Canadees-Amerikaanse architect, bekend van bijvoorbeeld het Guggenheim Museum in Bilbao. Vreemde gebouwen. Fragmenten van gebouwen. Deconstructies. Grillige samenvoegsels. Dan een boek over Gerrit Rietveld. Natuurlijk, ik zit nu in zijn pand. Mijn oog valt op een tekening. En dat brengt mij meteen naar mijn eigen werk: het maken van tekeningen. 

Plan of uitgangspunt 

Dat architecten geïnteresseerd waren in mijn werk, leek mij toeval of een kwestie van stijl. Maar zat het niet toch wat dieper dan alleen een stilistische overeenkomst in het tekenen? De associaties over mijn tekeningen gingen opvallend vaak in de richting van plattegronden of planologische ontwerpen en architecten zagen verwantschap en overeenkomst. Aangezien ik geen architect ben of planoloog maar een kunstenaar die in het tekenen zelf zijn belangrijkste arbeid ziet, is het de vraag wat die overeenkomst dan is.

Tekenen is het centrum van mijn werk. Het wil nergens anders naar verwijzen, in tegenstelling tot de architect die immers juist van het papier naar een driedimensionaal gebouw wil. En mijn werkhouding wordt, in tegenstelling tot die van een planoloog, gekenmerkt door een zekere planloosheid. De doelen die ik mij stel zijn niet vastomlijnd en niet in conceptuele taal geformuleerd. In plaats daarvan heb ik een paar uitgangspunten: ik werk op papier met in eerste instantie een potlood en een geodriehoek of liniaal. En wat er dan verder gebeurt ligt niet bij voorbaat vast. 

Innerlijke ruimte 

Een tekening begint meestal met het opzetten van het meest simpele raster: waar zijn de middelpunten van de randen en waar is het centrum? Als ik begin met tekenen heb ik dus altijd een ruimtelijke referentie. Mijn werkproces combineert nauwkeurigheid met een open houding naar min of meer chaotische invallen en impulsen. In die combinatie zit mijn kracht. Er ontstaat een patroon van stappen op het papier. Die stappen onderzoeken de ruimte en leggen relaties met eerder ingenomen posities. Zoals een architect een huis ontwerpt voor mensen om in te wonen, zo woon ik in mijn tekeningen. Ik noem dat het opbouwen van een innerlijke ruimte. Kunst heeft in het menselijk bestaan een eigen innerlijke locatie. Kunstenaar zijn betekent op die plek te gaan bouwen. De bouwstenen daarvoor zijn in de eerste plaats motivatie, visie en volharding. Dan komen de praktische handelingen en de materialen waarmee het werk zichtbaar gemaakt wordt. Het maakt niet uit welke, een potlood kan al volstaan. 

Relevantie 

Tijdens de gesprekken in Polen was het voor mij belangrijk dat mijn houding van ‘planloos’ werken in de ideevorming over relevantie van de kunstpraktijk gehandhaafd kon worden. Aan de andere kant kon ik ook wel inzien dat de concrete, geometrische kunst soms wat in zichzelf opgesloten en esthetisch aandeed en weleens leek te lijden onder een tekort aan inhoudelijke beleving of betekenis. De achtergrond van de Discursieve Geometrie lijkt een behoefte aan het verdiepen van de betekenis van de kunst en het leggen van zinvolle relaties tussen kunst en maatschappij. 

Het is dus niet zo’n slecht idee om opnieuw over de grenzen van je vak heen te kijken. Het opbouwen van een innerlijke ruimte is voor mij de basis van het ontwikkelen van betekenis. In de huidige tijd lijkt het dat geometrie vooral gerelateerd is aan werken met computers en berekeningen, algoritmen en procedures in informatieverwerking. Vanuit de idee van de innerlijke ruimte zou je kunnen denken aan bijvoorbeeld ‘sacred geometry’ enspirituele tradities. De inhoudelijke keuzes zijn altijd het voorrecht van elke individuele kunstenaar. 

Interessegebieden 

Alle gebieden van de menselijke ervaring en vormgeving hebben hun eigen beeldende uitdrukking. Je daarin begeven betekent onderhevig zijn aan de aantrekkingskracht van zo’n gebied en de mogelijke beeldende uitdrukkingswijzen daarvan. Er ontstaat een interesse en een neiging om bepaalde dingen wel en andere niet vorm te geven. Ik heb daar de term ‘interessegebieden’ voor gekozen. Daarmee komen vragen aan de orde als: met welke gebieden wil je in aanraking zijn als je je werk maakt? Welke invloeden wil je aangaan in dat wat je doet? Hoe verhouden die invloeden zich tot de innerlijke ruimte van je werk? Kun je je werk in relatie brengen met andere gebieden zonder daar per se formele of planmatige banden mee aan te gaan? Deze vraagstelling is het resultaat van mijn onderzoek tijdens de conferentie in Polen en tijdens de residency in Utrecht. Over de Artist-in-Residence heb ik naderhand een boekje gemaakt. Daarin heb ik de serie tekeningen opgenomen die ik in die tijd gemaakt heb en ik heb over mijn ervaringen geschreven. Het boekje is online in te zien en verkrijgbaar via onderstaande websites. 

erasmuslaan5.com
gerardvanderhorst.com
discursivegeometry.art

Meer Columns

ADVERTENTIES