Zorgen om jonge kunstenaars

  • publicaties

Onlangs verscheen een inspiratiebundel van de veertien adviesraden van regering en parlement, waarin samenleving en politiek worden opgeroepen te zorgen dat de huidige én toekomstige jonge generaties een hoopvolle toekomst tegemoet kunnen gaan. Iedere adviesraad belichtte vanuit zijn specifieke rol een visie, zo ook de Raad voor Cultuur.

In hun bijdrage met de titel In de file op een versperde weg. Hoe jonge kunstenaars en creatieven hun start in de sector ervaren, schrijft de Raad voor Cultuur dat de positie van jonge kunstenaars op de arbeidsmarkt zwak is en hun financiële positie bedroevend.

Voor velen was het gedurende de coronamaatregelen niet mogelijk te werken, bovendien was het opbouwen van een netwerk vrijwel onmogelijk. Afgestudeerden in artistieke beroepen blijken een stuk zwaarder te zijn getroffen door de coronacrisis dan afgestudeerden in andere sectoren. Binnen de artistieke beroepen heeft de groep makers het slechtste perspectief, omdat zij hun werk niet konden tonen. Binnen de groep startende makers bevinden beeldend kunstenaars zich in een benarde situatie.

Afgestudeerden in artistieke beroepen blijken een stuk zwaarder te zijn getroffen door de coronacrisis dan afgestudeerden in andere sectoren

Om bekendheid op te bouwen in de beeldende kunst is het belangrijk om je werk op (groeps)tentoonstellingen te laten zien, je te profileren en een netwerk op te bouwen. Door de coronacrisis was dit in veel gevallen nagenoeg onmogelijk. Daarnaast moet je aan je naamsbekendheid bouwen en je product in de markt zetten. Voor programmeurs en curatoren was het bovendien moeilijker nieuw talent te scouten. Voor sommige starters was het niet kunnen zien van andermans werk een blokkade voor inspiratie en verdere ontwikkeling. Ook het gevoel van saamhorigheid werd gemist.

Daarnaast is er nu sprake van een groot stuwmeer van producties, tentoonstellingen en concerten. Omdat er al zoveel op de plank ligt, is er minder tot geen plek voor nieuwe makers. Een complicerende factor hierbij is dat er een beperkte periode is waarin je als kunstenaar voet aan de grond kan krijgen. Daarna is het aan de volgende groep jonge makers. Veel van de jonge makers waarmee de Raad voor Cultuur sprak omschrijven zich als verloren generatie, die alweer voorbijgestreefd wordt door de volgende lichtingen. Dit alles leidt tot verslagenheid en vermoeidheid onder een groot deel van de geïnterviewden. Meerdere van hen ervaren burn-outklachten en er bestaat twijfel over het bestaansrecht als kunstenaar, zeker als politici gemakkelijk lijken op te roepen om ander werk te gaan doen.

Daarnaast is er nu sprake van een groot stuwmeer van producties, tentoonstellingen en concerten

De raad sprak ook met bestuurders van onderwijsinstellingen en andere culturele organisaties. Een veelgehoorde wens bij de makers is dat de kunstvakopleidingen meer aandacht besteden aan het voorbereiden van de student op een bestaan als zzp’er in de sector. De kunstvakopleidingen herkennen dat en proberen daar zo goed mogelijk mee om te gaan. De mate waarin kunstvakopleidingen aandacht schenken aan zakelijke vaardigheden is al langer onderwerp van gesprek, maar het curriculum zit al behoorlijk vol en studenten hebben tijdens hun opleiding vaak nog weinig interesse voor de zakelijke kant van het werken in de sector. Toch willen de bestuurders het anders doen; door de crisis is duidelijk geworden dat afstudeerders moeten weten hoe om te gaan met veranderende omstandigheden, ook op zakelijk vlak. De bestuurders willen graag nadenken over instrumenten om de overgang van school naar werk beter te organiseren. Een idee is om een soort postacademisch schakeljaar aan de studie vast te plakken, waarin de nadruk ligt op zakelijke en netwerkvaardigheden, een soort incubatieprogramma.

door de crisis is duidelijk geworden dat afstudeerders moeten weten hoe om te gaan met veranderende omstandigheden, ook op zakelijk vlak

“De gesprekken zetten aan tot verdere gedachtevorming over hoe de ervaring van deze generatie afstudeerders positief in te zetten voor kunst en cultuur. Dit vraagt naast structurele maatregelen voor de lange en middellang termijn om concrete initiatieven van overheid, sector en samenleving om ruimte en mogelijkheden voor startende makers te creëren. Alleen zo kunnen zij de opgelopen achterstand inhalen. Te denken valt aan concrete, toegankelijke maaksubsidies, platformen voor uitwisseling en verbinding en samenwerking met kunstvakopleidingen”, aldus de raad die ook oproept tot solidariteit van iedereen in de culturele sector: opleidingen, producenten, programmeurs en overheden. “Solidariteit om juist de jonge generatie ook speel- en presentatieplekken te bieden, om subsidieregelingen toegankelijker te maken en door het bieden van werkruimte.”

Download

Download hier het gehele rapport

Meer Artikelen

ADVERTENTIES