Uitgangspunten Cultuursubsidies 2025-2028

  • beleid & politiek

Op 16 juni jl. presenteerde staatssecretaris Uslu de Uitgangspunten Cultuursubsidies 2025-2028. Deze hebben betrekking op de instellingen die voor die periode een subsidie van het rijk aanvragen en bij toekenning voor de periode van vier jaar onder de zogenoemde Basisinfrastructuur (bis) zullen vallen. Per subsidieperiode worden de uitgangspunten bijgesteld.

De beoordelingscriteria voor de periode 2025-2028 zijn:

  • Artistieke en/of inhoudelijke kwaliteit: voor financiering door het rijk is kwaliteit van (inter) nationaal niveau een voorwaarde.
  • Maatschappelijke betekenis: elke instelling verhoudt zich tot zijn maatschappelijke omgeving.
  • Toegankelijkheid, d.w.z. er is aansluiting bij de behoeften van het publiek en iedereen is welkom.
  • Gezonde bedrijfsvoering: d.w.z. realistische, ondernemende plannen en begrotingen.

Bovendien moet er aandacht zijn voor pluriformiteit van (sub) sectoren en disciplines en ligt er nadruk op nieuwe disciplines en genres en op geografische spreiding, met inachtneming van lokale worteling en verbondenheid.

Fair Pay

De implementatie van de drie codes zal eveneens meewegen in de beoordeling. Fair Pay heeft daarbij grote prioriteit. Vanaf de start van de nieuwe bis-periode in 2025 is € 34,1 miljoen beschikbaar voor een betere beloning.

Begin juni van dit jaar is fair pay verplicht gesteld voor instellingen die subsidie krijgen via de basisinfrastructuur (bis). Zij moeten in de komende subsidieperiode werk maken van eerlijke beloning. Dat betekent onder meer dat zij zich moeten aansluiten bij collectieve tariefafspraken voor de beloning van bijvoorbeeld artiesten, technici en makers. De verwachting is dat de andere overheden het voorbeeld van het rijk zullen volgen.

Begin juni van dit jaar is fair pay verplicht gesteld voor instellingen die subsidie krijgen via de basisinfrastructuur

“Ik wil de middelen laten landen daar waar die het hardst nodig zijn. Dit zal niet alle knelpunten oplossen. Het is een stap, maar er moeten keuzes gemaakt worden door instellingen. Die kunnen leiden tot minder productie. Vanuit de sector wordt onderzoek uitgevoerd naar de meerkosten van fair pay per deelsector. De resultaten daarvan worden in het najaar, voor de start van de aanvraagprocedure, verwacht. Deze gegevens wil ik als basis gebruiken voor de verdeling van de € 34,1 miljoen onder de bis- instellingen en rijkscultuurfondsen. Daarnaast roep ik andere overheden op om ook fair pay als uitgangspunt te nemen.” , aldus de staatssecretaris.

Rijkscultuurfondsen

De zes rijkscultuurfondsen zijn een belangrijk instrument binnen het cultuurbeleid. De fondsen zijn beeldbepalend.

“De fondsen richten zich op Nederland, het Caribisch deel van het Koninkrijk en opereren in een internationale context. Zij zorgen voor vernieuwing en experiment, innovatie en talentontwikkeling, en zoeken met de door hun ondersteunende activiteiten actief naar verbinding met publiek. Ook hebben de fondsen een signalerende functie voor ontwikkelingen in het veld. De cultuurfondsen zijn onderdeel van de basisinfrastructuur en financieren naast projecten en makers ook instellingen. De fondsen maken daarmee activiteiten en aanbod mogelijk. Dit vormt een belangrijke aanvulling op het aanbod dat direct door OCW, door andere overheden en door marktpartijen en private fondsen (mede) mogelijk gemaakt wordt.”

Voor de periode 2025-2028 vraagt de staatssecretaris de fondsen:

  • Aandacht voor een goede spreiding in het land en de lokale context waarin activiteiten plaatsvinden.
  • Zoveel mogelijk regelingen open te stellen voor de Caribische landen in het Koninkrijk (Curaçao, Aruba, Sint Maarten).
  • Aan te geven hoe ze de drie codes opnemen in hun regelingen en beoordeling.
  • De middelen voor internationaal cultuurbeleid in te zetten volgens het beleidskader.
  • In te gaan op digitale transformatie in het werkveld.
  • Met betrekking tot duurzaamheid de aanpak bij het rijk ook voor de aanvragen bij de fondsen te volgen.

Naast de algemene positie en rol van de cultuurfondsen, heeft elk fonds een fondsspecifieke taak

Naast de algemene positie en rol van de cultuurfondsen, heeft elk fonds een fondsspecifieke taak met daarbij behorende doelstellingen. Voor het fonds voor de beeldende kunsten (en erfgoed), het Mondriaan Fonds, is dat:

  • Bijdragen aan een goede basis voor ontwikkeling van beeldende kunst en cultureel erfgoed.
  • Stimuleren van presentaties van beeldende kunst en cultureel erfgoed van hoge kwaliteit uit Nederland.
  • Bijdragen aan het tot stand komen van duurzame verbindingen tussen verschillende actoren binnen het professionele kunsten- en erfgoedveld onderling.

Op 29 juni vond het cultuurdebat in de Tweede Kamer plaats. De staatsecretaris voelde zich in haar plannen gesteund door de Kamer. Er werden enkele moties ingediend waarover gestemd werd na het ter perse gaan van deze BK-informatie.

Kijk hier voor actuele informatie over de Basisinfrastructuur 2025-2028

Meer Artikelen

ADVERTENTIES