Beeld in dit artikel: beeldende kunst op de Noord/Zuidlijn, van boven naar beneden: I want a permanent wave van Gerald van der Kaap; The crocodile, the melodica, the pike fish, … van Daniel Dewar en Grégory Gicquel; Tulip Palepai, navigating the river of the world van Jennifer Tee.
Het concept achter QKunst is aangeslagen. Het is allang geen eenmanszaak meer en het team houdt zich niet meer alleen met collecties bezig. QKunst wordt ook betrokken bij de realisering van kunst in de openbare ruimte. Dan weer bij de planvorming en borging van budgetten, een andere keer om een visie te schrijven bij de ontwikkeling of uitbreiding van een gebied en hoe daar met kunst om te gaan. In alle projecten probeert het team bij te dragen aan ruimte voor kunst in de dagelijkse omgeving. Opdrachtgevers zijn voornamelijk de (semi)overheid en, tegenwoordig steeds vaker onderwijsorganisaties en zorginstellingen. Maar ook grote bedrijven zoals de Rabobank, KPN en Achmea.
In alle projecten probeert het team bij te dragen aan ruimte voor kunst in de dagelijkse omgeving
Zo werkte QKunst ook voor de Technische Universiteit Delft. Ze inventariseerden de buitenkunstcollectie en formuleerden een beheer- en behoudplan. In dialoog met erfgoed-, vastgoed- en facilitair medewerkers en studenten ontwikkelden ze de langetermijnvisie ‘Living campus, living art’ om de collectie de komende decennia uit te breiden. De universiteit gaat nu, parallel aan een grootschalige campusontwikkeling, kunstwerken realiseren die reflecteren op wetenschap en technologie. QKunst droeg er mede zorg voor dat het kunstbudget de komende tien jaar geborgd is en dat kunstenaars samen met studenten een kunstwerk ontwikkelen voor een vijver op de campus rondom ecologie en biodiversiteit.
Een ander noemenswaardig project is de Noord/Zuidlijn. QKunst realiseerde, in opdracht van de gemeente Amsterdam, negen kunstwerken op alle metrostations. De kunstwerken geven de stations een eigen identiteit en zijn tevens een oriëntatiepunt voor reizigers. Zeven jaar schakelde QKunst tussen alle betrokken partijen, van conceptontwikkeling tot de oplevering van de kunstwerken. Op metrostation Centraal Station is het kunstwerk Tulip Palepai, navigating the river of the world van Jennifer Tee te zien. Dagelijks passeren ongeveer 80.000 mensen dit kunstwerk. In 2020 is het kunstwerk door BK-informatie uitgeroepen tot één van de 100 sleutelwerken Kunst in de Openbare Ruimte na 1945.
Zeven jaar schakelde QKunst tussen alle betrokken partijen
Baar vertelt, terugkijkend op twintig jaar kunst in de openbare ruimte, dat met name de structuren waarlangs kunstwerken tot stand kwamen zijn veranderd. Voorheen hadden gemeenten bijvoorbeeld een kunstcommissie, bestaande uit een kleine groep deskundigen. Zij formuleerden de opdracht, nodigden kunstenaars uit voor een schetsontwerp en kozen vervolgens een ontwerp uit dat gerealiseerd mocht worden. Tegenwoordig willen opdrachtgevers de gebruikers van een gebouw of plek betrekken bij de totstandkoming van een kunstwerk. “Maatschappelijke context, ruimtelijke inpassing en artistieke kwaliteit vallen daarbij idealiter samen, maar dat is best een uitdaging.” aldus Baar.
Ze vertelt dat ze nog niet één manier heeft ontwikkeld om groepen gebruikers (bijvoorbeeld bewoners) van meet af aan te betrekken. Er zijn allerlei vormen van betrokkenheid mogelijk en het verschilt per situatie. Soms heeft de opdrachtgever al een participatief proces ingericht of stemrondes georganiseerd. Ze benadrukt dat participatie veel meer gaat over het hebben van een dialoog dan over het geven van een stem. Als je goed luistert naar de kennis en ervaring die de gebruikers van een plek hebben, dan kan je dat als opdrachtgever of kunstenaar meenemen. Het vraagt wellicht extra tijd en flexibiliteit in het proces, maar het vergroot de kans op een gedragen resultaat.
Hoe gaat ze om met bewoners die graag zien dat een kunstopdracht aan een lokale kunstenaar wordt gegeven? Baar herkent die wens maar geeft aan dat wat haar betreft de opdrachtformulering leidend is bij de selectie van een kunstenaar. Een lokale kunstenaar kan passend zijn. Een kunstenaar die de lokale situatie niet kent zal meer research moeten doen om een gebied te leren kennen. Ze geeft aan dat het soms goed is meerdere typen opdrachten naast elkaar te ontwikkelen, bijvoorbeeld ook tijdelijk werk of een eenmalige interventie, waardoor kunstenaars met verschillende achtergronden en in verschillende fases van ontwikkeling betrokken kunnen zijn.
Als je goed luistert naar de kennis en ervaring die de gebruikers van een plek hebben, dan kan je dat als opdrachtgever of kunstenaar meenemen
Het valt haar op dat veel jonge kunstenaars geïnteresseerd zijn in het maken van kunst voor de openbare ruimte, maar daarbij meer gericht zijn op het experiment dan op bestendig werk. Opdrachtgevers daarentegen hechten steeds meer waarde aan een kunstwerk dat duurzaam is. De afspraken rondom zaken als de duur of onderhoud van een kunstwerk worden tegenwoordig in een vroeg stadium vastgelegd zodat zowel kunstenaar als opdrachtgever weten wat hun rechten én plichten zijn. Ook dat is anders dan voorheen.
Veel opdrachtgevers vinden het prettig om een kunstopdracht te verstrekken aan een kunstenaar met ruime werkervaring. Begrijpelijk maar lastig voor jonge kunstenaars. Om juist hen op weg te helpen, begeleiden Véronique en collega’s Krista van der Bron en Fadenka van der Sloot binnenkort het project BUILD!. Zeven jonge kunstenaars gaan op bedrijventerrein Lage Weide (Utrecht) aan de slag, gecoacht door de ervaren kunstenaar Ruud Kuijer en in uitwisseling met de bedrijven en startups gericht op circulariteit, klimaatadaptatie en mobiliteit.