Symposium Kunst in de openbare ruimte

  • sleutelwerken

Online beschikbaar tot eind februari.

Wat is de stand van zaken van kunst in de openbare ruimte in Nederland? Wat komen mensen die werken in dit veld tegen in hun dagelijkse beroepspraktijk? Hoe zien opdrachten eruit? Zijn er nog veel opdrachten en wat zijn de problemen die we tegenkomen wanneer het gaat over de realisering van kunst in de openbare ruimte? Deze en vele andere vragen komen aan de orde bij het Symposium Kunst in de openbare ruimte dat BK-informatie organiseert ter ere van het veertigjarig bestaan van dit vakblad voor beeldend kunstenaars – dat in 1979 zijn oorsprong vindt in het breed onder de aandacht brengen van nieuwe opdrachten voor beeldende kunst in de openbare ruimte.

Het symposium is de afsluiting van de viering van ons jubileum waarmee we ons veertigjarig bestaan vieren. Om de historische ontwikkeling van kunst in de openbare ruimte inzichtelijk te maken, hebben we afgelopen maart 100 sleutelwerken kunst in de openbare ruimte bekend gemaakt. Sleutelwerken zijn kunstwerken die artistiek, historisch, ruimtelijk of maatschappelijk van belang zijn of zijn geweest. Sleutelwerken zijn vertegenwoordigers van een tijdgeest; dat wil zeggen dat ze typerend zijn voor een bepaalde periode in de geschiedenis van kunst in de openbare ruimte. Of ze hebben bijgedragen aan de bewustwording rond een onderwerp en zijn opgenomen in wat we noemen; het collectief geheugen. Veel sleutelwerken veroorzaakten controverse, ze kennen duidelijke voor- en tegenstanders.

Vervolgens zijn we afgelopen mei de campagne #watdoetdathier begonnen om er achter te komen hoe kunstwerken in de samenleving zijn geland: We lopen bellend langs het standbeeld in het park of rijden langs het kunstwerk op de rotonde zonder dat we het doorhebben. Openbare kunst is overal, ook in onze directe omgeving. We verzamelden via Facebook, Instagram en de website sleutelwerken.nl zoveel mogelijk foto’s en verhalen van publieke kunstwerken overal in Nederland. Wat heeft het kunstwerk in de afgelopen jaren meegemaakt? Wordt het goed onderhouden of is het een hangplek geworden? Wat denk je dat het betekent? We vroegen aan het publiek: Vertel het ons!

Opzet symposium

De inzichten die we hebben opgedaan via het selecteren van de sleutelwerken en de campagne #watdoetdathier vormen de basis voor het symposium. We hebben zes mensen uitgenodigd om een discussie te entameren over een onderwerp waar zij in hun eigen praktijk mee te maken hebben. Deze zes mensen nodigen vervolgens andere gasten bij hen aan tafel uit, om het onderwerp verder te onderzoeken en te verdiepen.

Vanwege de beperkte zaalcapaciteit door de corona maatregelen bieden we twee rondetafelgesprekken ook via een livestream aan

Programma Livestream

11.00 – 12.00 uur:

Liesbeth Jans (Kunstloc) gaat in gesprek met Véronique Baar (Qkunst), Anne Wenzel (beeldend kunstenaar), Meike Veldhuijsen (KOP, Breda) en Sjaak Langenberg (beeldend kunstenaar) over de vraag: “Zijn er nieuwe bemiddelaars nodig?”

13.00 – 14.00 uur:

Joke de Wolf (journalist, kunstcriticus) gaat in gesprek met Kamiel Verschuren (beeldend kunstenaar), Femke Schaap (beeldend kunstenaar), Giny Vos (beeldend kunstenaar), Anna Tilroe (curator) over de vraag: “Wat is het nut en de noodzaak van gedoe bij kunst in de openbare ruimte?”

14.30 – 15.30 uur :

Jeroen Boomgaard gaat in gesprek met Birthe Leemeijer (beeldend kunstenaar), Liesbeth Bik (beeldend kunstenaar), Ella Derksen (adviseur) en Theo Tegelaers (TAAK) over andere vormen van opdrachtgeverschap.

Overige debatten, later online te bekijken:

Rogier Brom (Boekmanstichting) gaat in gesprek met o.a. Rosa Sijben (beeldend kunstenaar), Eduard Weijgers (Kunstwacht) en Rinske Hordijk (Culturele Zaken Utrecht) over de vraag: “Welke verantwoordelijkheden bestaan er rond kunst in de openbare ruimte?”

Rinske Hordijk en Suzanne Sanders (Culturele Zaken Utrecht) gaan in gesprek met o.a. Domenique Himmelsbach de Vries (beeldend kunstenaar), Leroy Lucas (Keti Koti) en Simon(e) van Saarloos (o.v. filosoof) over de vraag: “Wat is de kracht van (nieuwe) monumenten in onze samenleving?”

Arno van Roosmalen gaat in gesprek met o.a. Risk Hazekamp (beeldend kunstenaar), Quinsy Gario (beeldend kunstenaar) en Sissel Marie Tonn (beeldend kunstenaar) over hoe er op een speculatieve manier nagedacht kan worden over kunst in de verre toekomst, bijvoorbeeld 2050.

De sprekers en onderwerpen

Liesbeth Jans

Zijn er nieuwe bemiddelaars nodig?

Adviseur Kunst & Samenleving bij Kunstloc Brabant, agendeert voor dit symposium de vraag “Zijn er nieuwe bemiddelaars nodig?”. Bestaande structuren waarlangs kunstopdrachten in de openbare ruimte voorheen tot stand kwamen zijn grotendeels verdwenen en de wijze waarop een opdracht aan een kunstenaar wordt verstrekt is eveneens veranderd. Kunstenaars worden steeds meer betrokken bij maatschappelijke opgaven die zowel de fysieke als de sociale omgeving betreffen. Er heeft een verschuiving plaatsgevonden van het creëren van een fysiek object naar het meedenken over vraagstukken die ons allemaal betreffen, zoals gezondheid, de klimaatopgave of mobiliteit . Het belang van de creatieve denkkracht van kunstenaars bij innovatie wordt steeds meer erkent. Dit betekent dat ook andere domeinen meedenken over opdrachten aan kunstenaars, bijvoorbeeld zorg en welzijn naast ruimtelijke ordening. Dat is positief als het gaat om draagvlak voor kunst in de samenleving. Er staan echter nogal wat schotten tussen de verschillende beleidsterreinen die de praktijk weerbarstig maken, met name als het gaat om financieel bijdragen aan de totstandkoming van een kunstproject. Een bemiddelaar zou een goede rol kunnen spelen bij het ont-schotten. Welke vaardigheden heeft een bemiddelaar nodig en hoe word je vervolgens een bemiddelaar?

Jeroen Boomgaard

Andere vormen van opdrachtgeverschap

Jeroen Boomgaard, lector Art & Public Space verbonden aan de Gerrit Rietveld Academie en lid van het Stadscuratorium Amsterdam en het Curatorium van Leiden, wil in dit symposium de vraag aan de orde stellen naar andere vormen van opdrachtgeverschap.
Van oudsher zijn lokale of nationale overheden de voornaamste opdrachtgevers van kunst in het publiek domein. En wanneer er sprake was van particuliere opdrachtgevers dan ging en gaat het vaak om bedrijven, semi-publieke instellingen als woningbouwcorporaties en ziekenhuizen of welgestelde weldoeners. In de afgelopen jaren is echter de vraag ontstaan of er een meer democratische vorm van opdrachtgeverschap mogelijk is, in die zin dat niet de gekozen representanten de verantwoordelijkheid voor de realisatie van de kunst in de openbare ruimte dragen, maar juist degenen die er het meest mee te maken krijgen: de bewoners en gebruikers van de plekken waar de werken zich manifesteren.
Deze vraag is de laatste stap in een lange zoektocht naar meer betrokkenheid bij en draagvlak voor kunstwerken in het publiek domein. Projecten waarin participatie en co-creatie centraal stonden zijn belangrijke momenten in deze ontwikkeling. Veel van die projecten hielden echter als handicap dat de initiële impuls voor hun uitvoering nog steeds van bovenaf gegeven werd, waardoor een zekere mate van bevoogding een rol kon spelen. De methode om betrokkenheid te genereren door bewoners over een aantal ontwerpen te laten stemmen is om allerlei andere redenen erg problematisch.
De bewoners zelf als opdrachtgever lijkt dan ook een goede manier om kunstwerken een geaccepteerde en gewaardeerde plek te geven in een gemeenschap. De vraag is echter wat je je daarbij moet voorstellen: waar komt het op neer en hoe gaat het in zijn werk? De mogelijkheid van gedeeld of uitbesteed opdrachtgeverschap past in een tendens om bewoners mede-eigenaar te maken van hun omgeving en van hun problemen. Dit ‘ownership’ heeft echter allerlei ideologische ondertonen – als je goed luistert hoor je een sterke neo-liberale grondtoon – die goed in overweging genomen moeten worden. Kortom: wat betekent dat eigenaarschap nu eigenlijk voor de kunst in de openbare ruimte en hoe zorg je ervoor dat het zowel tot het gevoel van meer greep op hun dagelijks leven leidt bij bewoners als een opdracht aan een kunstenaar voor een kwalitatief hoogstaande bijdrage aan het publiek domein.

Rogier Brom

Welke verantwoordelijkheden bestaan er rond kunst in de openbare ruimte?

Rogier Brom, kunsthistoricus en coördinator onderzoek bij de Boekmanstichting, agendeert voor dit symposium de vraag “Welke verantwoordelijkheden bestaan er rond kunst in de openbare ruimte?”
Welke verantwoordelijkheid heeft de opdrachtgever, de kunstenaar en het kunstwerk? Maar ook: waar liggen de verantwoordelijkheden in de openbare ruimte? Welke liggen er bij de overheden die deze ruimte invullen, welke bij de gebruiker en wat betekent dit voor de kunstwerken die hierin te vinden zijn? Waar houdt de ene verantwoordelijkheid op en begint de andere?
Rogier Brom vraagt zich af wanneer deze verantwoordelijkheden met elkaar samenhangen en wanneer ze elkaar ‘bijten’. De aanleiding om een werk in de openbare ruimte te plaatsen, is van groot belang voor hoe het werk wordt gezien. Met welke reden plaatsen we kunst in de openbare ruimte? Deze context zal onherroepelijk met de tijd wijzigen, waarmee het werk in een heel andere dynamiek én problematiek terecht komt, variërend van achterstallig onderhoud en veranderende bestemmingsplannen tot verschuivingen in het maatschappelijke debat en een superdivers publiek. Kunstwerken moeten zich staande zien te houden gedurende zulke veranderingen, of anders vanuit bewuste en transparante keuzes worden verwijderd. Is het daarbij zaak om de werken individueel en gefragmenteerd te bezien, of als collectie en daarmee als onderdeel van een groter verhaal waarin hun individuele stem wellicht minder tot uiting kan komen?

Rinske Hordijk en Suzanne Sanders

Wat is de kracht van (nieuwe) monumenten in onze samenleving?

Rinske Hordijk is beleidsadviseur/projectleider Kunst in de Openbare Ruimte bij de afdeling Culturele Zaken, gemeente Utrecht. Suzanne Sanders is lid van de Adviescommissie Beeldende Kunst en Vormgeving van de Gemeente Utrecht. Ze is gespecialiseerd in interdisciplinaire werk- en presentatievormen en in het snijvlak van erfgoed en hedendaagse cultuur. Voor het symposium agenderen zij de volgende vraag: “Wat is de kracht van (nieuwe) monumenten in onze samenleving?
De Gemeente Utrecht zet zich in de komende jaren in om drie monumenten in Utrecht te realiseren een eerbetoon voor de gastarbeider, een monument voor het slavernijverleden en een monument voor de jonge verzetsvrouw Truus van Lier. Drie monumenten voor hen die nu niet in de openbare ruimte aanwezig zijn. Monumenten – in de breedste zin van het woord – die reflecteren op de demografische diversiteit van de stad en onze (sociale) geschiedenis. Deze monumenten komen mede tot stand op verzoek van de samenleving zelf, als initiatief vanuit de stad. De gemeente vindt het belangrijk daar ruimte voor geven. De toenemende vraag naar nieuwe monumenten én de kritische houding ten opzichte van bestaande standbeelden van historische, koloniale figuren, vraagt om nieuwe benaderingen. Wat kan de kracht zijn van nieuwe monumenten in onze samenleving? Hoe denken we over een hedendaags monument? Wat werkt? Daarnaast constateren we dat een jonge en diverse generatie inwoners zich niet goed herkent in de bestaande beelden in de openbare ruimte. Hoe kunnen we nieuwe monumenten een betere afspiegeling van de samenleving laten zijn? Zijn we vastgeroest in bepaalde gangbare kwaliteitsnormen en beeldtaal? Hoe kunnen we die loslaten of op zijn minst flink te bevragen?

Arno van Roosmalen

Hoe kunnen we op een speculatieve manier nadenken over de toekomst van kunst en openbare ruimte, bijvoorbeeld voor het jaar 2050?

Arno van Roosmalen agendeert voor dit symposium de vraag: “Hoe kunnen we op een speculatieve manier nadenken over de toekomst van kunst en openbare ruimte, bijvoorbeeld voor het jaar 2050?”
In zijn optiek vertoont de hedendaagse praktijk van schetsontwerpen, participatieprocessen en centraal opdrachtgeverschap sleetse plekken; het discours bestaat al jaren uit dezelfde personen en werkwijzen. Als je echt over kunst in de openbare ruimte en de toekomst na wilt denken, zal je los moeten komen van alle bestaande structuren en huidige kunstenaarspraktijken.
Voor dit symposium zou hij graag het denken rondom de bestaande praktijk ‘loskloppen’,  en zich meer wenden tot een speculatieve manier van denken. Misschien moeten de bacteriën die in onze lucht zwermen, meer aandacht krijgen en kan dat gevisualiseerd worden? Wellicht behoren in de toekomst zulke visualiseringsvragen niet meer alleen tot het domein van de kunstenaar, maar pakken (tijdelijke) collectieven van diverse expertises dergelijke vraagstukken op.
Van Roosmalen nodigt voor dit symposium gasten uit die een kunstwerk of plan presenteren, dat daadwerkelijk naar de toekomst wijst en speculatieve elementen bevat.

Joke de Wolf

Wat is het nut en de noodzaak van gedoe bij kunst in de openbare ruimte?

Kunstcriticus en schrijver Joke de Wolf agendeert voor het symposium de volgens vraag: “Wat is het nut en de noodzaak van gedoe bij kunst in de openbare ruimte?” Kunst in de openbare ruimte is voor alle gebruikers van die ruimte zichtbaar aanwezig, en veroorzaakt daardoor vaak gedoe. Voorbijgangers, omwonenden en belanghebbenden zoals winkeliers en uitzichtliefhebbers laten vaak al voordat het werk er staat, weten wat ze ervan vinden. Vooral als het werk hen niet aanstaat, weten ze zich off- en online te verenigen met actiegroepen en petities, en zoeken ze hun gelijk bij pers, sponsoren of politiek. Joke benoemde in een artikel in HP/ De Tijd drie categorieën gedoe: “Gemopper door mensen die moderne kunst zonde van het geld vinden – ‘daar kan je heel veel vuilnis van ophalen’ -, mensen die het niet eens zijn met de ideologische uitgangspunten van het beeld – ‘die misdadiger verdient geen monument’ – of van mensen die de plaats niet geschikt vinden – ‘dat zijn onmisbare parkeerplaatsen’.” Op z’n best zijn alle drie de categorieën op de een of andere manier vertegenwoordigd, concludeerde ze. Want als tegenstanders zich roeren, melden voorstanders zich ook. Tijdens het symposium discussiëren we verder over deze vragen. Kan gedoe bijdragen aan de omarming van een kunstwerk? En biedt een pittig debat juist niet de mogelijkheid voor de wenselijke hoor en wederhoor?

met dank aan:
Mondriaan Fonds, Prins Bernhard Cultuurfonds, IONA, BNG Cultuurfonds, KunstLoc, provincies Gelderland, Drenthe en Flevoland.

Meer Artikelen

ADVERTENTIES