Richtlijn Appropriation Art 

  • landelijke instellingen

Het komt voor dat beeldmakers onderling auteursrechtelijke geschillen hebben. Het gaat dan vaak over gebruik van werk van de ene maker in werk van de andere maker. Op grond van de Auteurswet is dat in beginsel niet toegestaan, tenzij een uitzondering van toepassing is. De grenzen van dergelijke uitzonderingen zijn echter niet altijd even duidelijk. 

Pictoright behartigt de auteursrechtelijke belangen van een diverse groep beeldmakers en vindt het bovenstaande in sommige gevallen onwenselijk, omdat het refereren aan of incorporeren van werk van anderen, voor veel kunstenaars onlosmakelijk verbonden is met het creatieve proces. De organisatie vindt het belangrijk dat handhaving van Auteursrecht op een zodanige manierplaatsvindt dat de artistieke vrijheid van makers zo min mogelijk wordt beperkt. Tegelijkertijd wil de organisatie ervoor waken dat bestaand werk grenzeloos gebruikt kan worden onder het mom van diezelfde artistieke vrijheid.

Handhaving van auteursrecht zo dat de artistieke vrijheid makers zo min mogelijk wordt beperkt

De Appropriation Art beleidsrichtlijn moet duidelijkheid bieden.Met de richtlijn kan getoetst worden of het gebruik ‘van werk in werk’ redelijkerwijs acceptabel is. Wanneer dat het geval is, zal Pictoright in de regel niet handhavend optreden. De richtlijn wordt door Pictoright alleen gebruikt in het kader van de eigen afweging om wel of niet handhavend op te treden. In zoverre kunnen er geen rechten aan worden ontleend.

Bij de afwegingen neemt Pictoright het volgende in aanmerking: 

  • In hoeverre is er sprake van een nieuwe artistieke betekenis ten opzichte van het gebruikte werk.
  • Is het gebruik van het bestaande werk gerechtvaardigd gelet op de artistieke doelstelling van het nieuwe werk en de aard en omvang van het gebruik van het bestaande werk.
  • In hoeverre heeft de maker van het nieuwe werk duidelijk gemaakt dat het gebruikte werk of daaruit gebruikte elementen niet van hem afkomstig zijn. 
  • In hoeverre wordt de bron, waaronder begrepen de naam van de maker van het gebruikte werk, vermeld bij het nieuwe werk.
  • De richtlijn is meerduidig, want, waarschuwt Pictoright, “ook in het geval dat het gebruik van ‘werk in werk’ naar het oordeel van Pictoright in beginsel acceptabel is, kan Pictoright aan het gebruik van (reproducties van) het nieuwe werk de voorwaarde verbinden van een vergoeding voor de maker van het bestaande werk. Voorts kan Pictoright ten aanzien van eventuele volgrechtopbrengsten een bepaalde verdeling verlangen tussen de betrokken makers (van het nieuwe en het bestaande werk).”

Kijk voor meer informatie op: magazine.pictoright.nl

Meer Artikelen

ADVERTENTIES