De raad trekt deze conclusie op basis van een analyse en een financiële doorrekening van zijn beleidsadviezen uit de afgelopen kabinetsperiode. De genoemde investeringen zijn noodzakelijk om tot een culturele sector te komen die voor iedereen in Nederland bereikbaar en relevant is en waarin elke werkende eerlijk wordt betaald, een culturele sector bovendien die substantieel kan bijdragen aan het economisch en maatschappelijk herstel uit de coronacrisis.
“De culturele en creatieve sector draagt jaarlijks met 25,5 miljard euro tot wel 3,7 procent bij aan het bruto nationaal product van Nederland. De totale sector is goed voor zo’n 320 duizend banen, 4,5 procent van de totale werkgelegenheid, is ongeveer even groot als de bouwsector en zelfs bijna 2 maal zo groot als de landbouw.”
De raad wijst op structurele knelpunten in de financiering, bijvoorbeeld de extra kosten voor fair pay en versterking van de arbeidsmarktpositie van makers
De rijksuitgaven aan cultuur bedragen circa 1 miljard euro per jaar, minder dan 0,3 procent van de totale begroting. Provincies en gemeenten investeren samen 2,3 miljard euro. De raad noemt de investeringsagenda voor cultuur “een minimale noodzakelijke investering in verhouding tot de meetbare en niet-meetbare opbrengst van cultuur voor economie en samenleving”.
De raad signaleert dat ondanks een breed gedragen wens om cultuur meer van en voor iedereen te maken, steeds minder Nederlanders een bibliotheek of goede amateurkunstvoorzieningen in hun nabije omgeving hebben. Daarnaast wijst hij op structurele knelpunten in de financiering, bijvoorbeeld de extra kosten voor fair pay en versterking van de arbeidsmarktpositie van makers. De sector moet bovendien kunnen investeren in aanpassingen en innovaties om bij de tijd te blijven.
De investeringsagenda van de raad gaat uit van een structurele verhoging met 477 miljoen euro van de rijksbegroting: 285 miljoen euro extra voor verbreding, regionale spreiding en eerlijke beloning van cultuur, 27 miljoen euro voor erfgoed, 70 miljoen euro voor media en 95 miljoen euro extra voor bibliotheken. Daarnaast is volgens de raad incidenteel 83 miljoen euro nodig, voor onder andere digitalisering en versterking van het revolve-rend productiefonds en het Nationaal Aankoopfonds voor het behoud van erfgoed.