Op 17 maart gaan we naar de stembus voor de Tweede Kamerverkiezingen. De partijprogramma’s zijn opgesteld en gepubliceerd, op het moment van schrijven soms nog in de vorm van een conceptplan. Wat staat er in de partijprogramma’s over kunst en cultuur? We zetten een en ander op een rijtje, zodat u dit kunt meenemen in uw overwegingen. Alleen de programma’s waar kunst- en cultuurbeleid aandacht krijgt, komen onderstaand aan de orde en alleen de delen die betrekking (kunnen) hebben op de beeldende kunstsector, in alfabetische volgorde.
50plus
In het hoofdstuk Cultuur en (Social) Media schrijft 50plus onder andere dat culturele innovatie gestimuleerd moet worden, dat kunst- en cultuurinstellingen/gezelschappen geholpen moeten worden door meer productieopdrachten voor de publieke omroep en dat ze gestimuleerd moeten worden om meer voorstellingen overdag te programmeren.
Download het hele programma van 50plus
Bij1
Het hoofdstuk Kunst, cultuur en media opent met een alinea waarin de partij stelt dat het “wil vechten voor een bloeiende kunst-, cultuur- en mediasector die de Nederlandse samenleving weerspiegelt en die toegankelijk is voor iedereen.” Bij1 vindt het belangrijk dat kunstenaars en creatieven van hun werk kunnen leven en dat er ruimte is voor kritische en creatieve denkers. Ze wil meer fondsen beschikbaar stellen en structureel meer investeren in kunst, cultuur en media. De Wet Werk &Inkomen Kunstenaars (WWIK) wordt weer in het leven geroepen en er wordt structureel geprobeerd om de armoede in de sector op te heffen. Er komt strikt toezicht op de naleving van de Fair Practice Code en voldoende extra middelen om deze code in te voeren en bindend te maken. Bestaande (culturele) vrijplaatsen worden erkend en behouden. Nieuwe vrijplaatsen worden praktisch en legaal ondersteund. Er komt strikt toezicht op de naleving van de Code Diversiteit en Inclusie. Er komt een representatief en inclusief wervingsbeleid voor besluitnemende functies binnen media- en cultuurfondsen. Aandacht van culturele en media-instellingen voor Nederlandse koloniale geschiedenis en slavernijverleden, vanuit het perspectief van de voormalige koloniën, wordt verplicht. De toegang tot musea en culturele instellingen wordt gratis. Er komt een cultuurbudget voor elk kind dat zich in Nederland bevindt. Kunst- en cultuureducatie wordt een verplicht onderdeel van zowel het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs en het mbo. Ook participatie in de vrije tijd moet toegankelijker gemaakt worden voor ieder kind.
Download het hele programma van Bij1
CDA
In het hoofdstuk Een land van waarden en tradities schrijft de partij over cultuur. Het gaat bij deze partij sterk over identiteit en verbondenheid, waarin taal, cultuur, religie, tradities en folklore een rol spelen. De partij wil de polarisatie die zij ziet doorbreken door middel van gedeelde ervaringen, waarbij kunst en cultuur een rol hebben. De partij is voorstander van een nieuw nationaal historisch museum. Na de crisis zorgt het CDA er middels een herstelplan voor dat “makers, instellingen en gezelschappen in de culturele sector de draad weer op kunnen pakken en de samenleving weer kunnen verrijken, verrassen en vermaken.” De partij wil een betere regionale spreiding van middelen en voorzieningen voor een volwaardig cultureel aanbod en vindt dat de huidige nadruk op diversiteit in het aanbod niet kan zonder ook de unieke voorbeelden van de Nederlandse cultuur te beschermen en behouden.
Download het hele programma van het CDA
Christen Unie
In de paragraaf Cultuur en erfgoed beschrijft de Christen Unie dat kunst, cultuur en creativiteit het leven en de samenleving verrijken. Kunst is voor en van iedereen, de partij vindt een toegankelijk aanbod belangrijk, met name voor jongeren. Daarin zijn amateurkunsten en cultuureducatie een belangrijk onderdeel. Alle kinderen krijgen cultuureducatie en ieder kind krijgt toegang tot cultuur, ook buiten schooltijd.
De uitgangspunten van de Fair Practice Code dienen als leidraad voor een gezonde arbeidsmarkt in de sector. Talentontwikkeling is de basis voor een goed cultureel klimaat, daarom krijgen broedplekken, kunstvakonderwijs en postacademische instellingen een centrale plek in het cultuurbeleid. Getalenteerde kunstenaars verdienen de kans om een beroepspraktijk op te bouwen. De overheid ondersteunt dit met financieringsvormen als garantieregelingen of revolverende fondsen. Bij de verdeling van overheidssubsidies voor culturele instellingen wil de Christen Unie een eerlijker verdeling over het land.
Download het hele programma van de CU
D66
In het hoofdstuk Kunst en cultuur als fundament van onze beschaving ziet D66 het maken van kunst als een innerlijke noodzaak en als aanjager voor individuele en maatschappelijke ontwikkeling. Iedereen zou er van moeten kunnen genieten en makers verdienen een betere maatschappelijke positie en meer waardering. “D66 staat voor een herwaardering van de kunst- en cultuursector waarbij de gehele sector wordt betrokken.” De partij wil de wankele financiële basis van de sector versterken en wil eerlijkere beloning door te zorgen dat meer geld bij de makers zelf terechtkomt. In landelijke cultuurfondsen komt meer ruimte voor individuele kunstenaars en kleine collectieven. Het systeem van subsidies wordt eenvoudiger gemaakt. De kennis over de sector wordt vergroot en de 1%-regeling keert terug. De promotie van Nederlandse kunst en cultuur in het buitenland is belangrijk. D66 wil met betere randvoorwaarden om de sector financieel sterker te maken en de Fair Practice Code krijgt meer prioriteit, daar worden extra financiële middelen voor vrijgemaakt. Voor alle culturele instellingen wordt het makkelijker om te lenen bij banken. Het lage btw-tarief voor kunst en cultuur, alsook de Geefwet blijven behouden, doneren aan kunst en cultuur wordt makkelijker en aantrekkelijker. D66 wil dat cultuursector een formele relatie krijgt met zowel OCW als Economische Zaken. Cultuuronderwijs krijgt op elke school dezelfde prioriteit. De sector wordt diverser en ook buiten de Randstad wordt in de sector geïnvesteerd. D66 is voor de komst van een Slavernijmuseum of -instituut en stimuleert andere culturele instituten die zich richten op het zwarte erfgoed.
Download het hele programma D66
GroenLinks
Het cultuurhoofdstuk van GroenLinks draagt de titel De Waarde van Cultuur. GroenLinks vindt dat die waarde wordt miskend, hetgeen onder meer blijkt uit hoe matig de sector wordt gesteund in tijden van een crisis. De partij wil daarom investeren in kunst en cultuur, met extra aandacht voor inclusie, diversiteit en jonge talenten en met fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden voor kunstenaars en mensen achter de schermen. Het budget voor kunst en cultuur gaat omhoog. De verdeling over Nederland wordt eerlijker en er komt meer aandacht voor talentontwikkeling, jonge makers en culturele broedplaatsen. Het subsidiestelsel wordt overzichtelijker en biedt meer zekerheid. Het wordt onder andere mogelijk om voor acht jaar subsidie aan te vragen in plaats van vier jaar. Eigen inkomsten van instellingen gaan een kleinere rol spelen. Mensen die werken in de sector verdienen een eerlijke beloning, betere arbeidsvoorwaarden en meer zekerheid. Makers en mensen achter de schermen komen zoveel mogelijk in vaste dienst. De Fair Practice Code wordt omgezet in wetgeving en de sector wordt daarvoor gecompenseerd. Culturele instellingen worden inclusiever en beter toegankelijk. Basis hiervoor is de Code Culturele Diversiteit en het VNverdrag Handicap. Iedere jongere tot 18 jaar krijgt een eigen cultuurbudget en cultuuronderwijs binnen en buiten school krijgt meer budget en mogelijkheden.
Download het hele programma GroenLinks
PvdA
In het hoofdstuk Ons plan voor kunst, cultuur en media voor iedereen wordt het maatschappelijk belang van kunst en cultuur benadrukt en het feit dat achter de rijkdom van onze kunst en cultuur te vaak de armoede van de maker schuil gaat. De PvdA onderstreept de intrinsieke (meer)waarde van kunst en vindt dat er structureel meer geld naar de sector moet, niet alleen via het Rijk, maar ook via gemeenten en provincies. De Fair Practice Code wordt de standaard, de kosten voor de implementatie worden gedragen door het Rijk, en er komen collectieve afspraken over vergoedingen en arbeidsvoorwaarden. De partij faciliteert betaalbare atelierruimte en investeert in voorzieningen voor talentontwikkeling. Met subsidies biedt de partij bestaande instellingen en makers zekerheid en nieuwe makers de mogelijkheid om een bestaan op te bouwen. Daarbij wordt gelet op een goede regionale spreiding. Voor alle jongeren tot en met 25 jaar en voor mensen met een beperking worden kunst en cultuur toegankelijker gemaakt. De rijksmusea openen een dag per maand gratis hun deuren. Het is belangrijk dat de sector de diversiteit van de Nederlandse samenleving representeert. In de openbare ruimte wordt meer geïnvesteerd in kunst op straat. Na afloop van de huidige crisis is er veel steun nodig, ook voor niet-gesubsidieerde instellingen en voor de makers.
Download het hele programma van de PvdA
Partij voor de Dieren
In het hoofdstuk Slimmer, wijzer en mooier is een paragraaf opgenomen over onderwijs, wetenschap en cultuur. De partij wil de sector betrekken bij maatschappelijke vraagstukken en kiest daarom voor herstel ervan; er moet meer geld naar de sector zodat kunst en cultuur voor elke Nederlander toegankelijk wordt, ook buiten de Randstad. De Rijksoverheid stimuleert gemeenten om cultuurparticipatie een vast onderdeel te maken van hun welzijnsbeleid. Op lokaal niveau komen er goed gespreide, toegankelijke, betaalbare en gevarieerde voorzieningen. Museumbezoek dient financieel toegankelijk te worden voor alle burgers. Cultuur- en muziekeducatie krijgen een vaste plek in het lesprogramma van het basis-, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Verder wordt er “proactief gezocht naar samenwerkingen met diverse maatschappelijke netwerken, raden en instanties uit het culturele domein om mee te denken over uitdagingen in onze maatschappij.”
Download het hele programma van PvdD
SGP
De Nederlandse musea, monumenten, tradities en culturele activiteiten verdienen steun en bescherming, daarbij moeten overheden zich vooral richten op elementen in die cultuur die een publieke functie hebben, zoals monumenten of een karakteristiek dorps- of stadsgezicht. Het verwerven van eigen inkomsten moet daarbij (toch echt) voorop staan. De SGP vindt het niet meer dan logisch dat de Nederlandse regering bijzondere aandacht heeft voor de Nederlandse taal, historie en cultuur. De regering moet waar mogelijk kansen benutten om topstukken uit de Nederlandse cultuurgeschiedenis, zoals schilderijen van Rembrandt, weer naar Nederland te halen en bij het verstrekken van subsidies moet de toegankelijkheid van musea voor gehandicapten en het erkennen van de inzet van vrijwilligers een aandachtspunt zijn.
Download het hele programma van de SGP
SP
In het hoofdstuk Een lerend land zet de SP uiteen dat kunst en cultuur geen sluitstuk mag zijn van de begroting, maar een basis voor onze beschaving. De partij wil toezien op eerlijke betaling en sociale zekerheid voor alle makers in de creatieve sectoren en legt dat vast in een wettelijke code. De SP pleit voor een nationaal historisch museum waarin wordt getoond hoe verschillende ideeën hebben gebotst en daaruit de huidige samenleving is ontstaan. In het onderwijs komt meer aandacht voor kunsteducatie. Alle rijksmusea worden gratis toegankelijk. De regionale musea worden één dag per week gratis.
Download het hele programma van de SP
Volt
Volt wil dat de overheid beschermt wat waardevol maar niet direct economisch rendabel is, cultuur hoort daarbij. Sinds 2009 is de overheidsbijdrage aan cultuur met € 600 miljoen gedaald. Volt wil de bezuinigingen terugdraaien. Volt wil plezier in lezen terugbrengen en wil hiervoor extrageld beschikbaar stellen en muziekonderwijs meer centraal stellen in het basisonderwijs. Meer diversiteit betekent dat Volt af wil van kwantiteitseisen, zoals het aantal bezoekers.
Download het hele programma van Volt
VVD
Binnen het hoofdstuk Onderwijs en Vrijheid komt cultuur aan bod waarin o.a. verruiming van de Geefwet, de wereldtop en het belang van alledaagse cultuur aan de orde komen. Ook wordt benoemd dat “steeds meer culturele ondernemers niet afhankelijk [zijn] van overheidssubsidies”. De VVD wil de lijn van het toegankelijker maken van cultuur doortrekken, als voorbeeld wordt daarbij genoemd het Plakkaat van Verlatinghe dat op een toegankelijke plek wordt tentoongesteld. De partij zet in op betere regionale spreiding in de toewijzing van cultuursubsidies, mede om investeringen in cultuur vanuit medeoverheden te stimuleren. Meer middelen worden vrijgemaakt voor het behoud en de ontwikkeling van volkscultuur. De partij wil meer kunst tentoonstellen door de drempels om kunstwerken uit depots via bruikleen in andere musea te laten zien te verlagen. Een deel van de kunstwerken uit de Rijkscollectie die zich nu in depots bevindt, wil de partij afstoten om extra ruimte te creëren voor het vernieuwen van collecties.