Cultuurdebat Tweede Kamer

  • beleid & politiek

In aanloop naar het cultuurdebat dat plaatsvond op 22 november, stuurde minister Van Engelshoven (OCW) op 16 november een brief over de stand van zaken van een aantal moties en toezeggingen met betrekking tot cultuur.

In de brief zegt zij steun toe aan culturele instellingen die extra worden geraakt door de meest recente coronamaatregelen op dat moment. De brief reageert ook op het advies van de Raad voor Cultuur van begin november. 

De minister vindt dat een herstelplan antwoord moet geven op de vraag wat er de komende tijd nodig is om de gehele cultuursector te laten herstellen van de coronacrisis. Het advies van de Raad voor Cultuur is voor de minister een belangrijke bron voor de maatregelen van een herstelplan. Ze doelt vooral op het advies over de te betrachten coulance ten aanzien van cultuurinstellingen tot het eind van de cultuurplanperiode (2024). Op 22 november werd deze coulance toegezegd. De besluitvorming over het herstelplan, de nadere uitwerking, het vormgeven van maatregelen en ook het toekennen van budget zijn echter aan een nieuw kabinet. Voor gemeenten en provincies is 51,5 miljoen euro voor het derde kwartaal van dit jaar gereserveerd. Daarvan gaat 41,6 miljoen euro naar de gemeenten en 9,9 miljoen euro naar de provincies. 

Wat betreft de werkgelegenheid heeft de coronacrisis veel mobiliteit veroorzaakt onder de werkenden in de sector. Op meerdere terreinen is er een tekort aan ervaren arbeidskrachten ontstaan. De minister vindt het belangrijk om verbetering van de positie van alle werkenden in de sector centraal te stellen. Een extra stimulans van scholingsmaatregelen zou deels gegeven kunnen worden via bestaand instrumentarium zoals het werktuig PPO, aldus de minister. Vanwege de demissionaire status van het kabinet echter werden hierover op 22 november eveneens geen beslissingen genomen. 

Verlenging cultuurplanperiode

Om de sector meer ruimte te geven om op adem te komen werd overwogen de cultuurplanperiode te verlengen met een of twee jaar. De minister kwam tot de conclusie dat dit niet haalbaar is. Het verlengen van de huidige subsidieperiode met twee jaar kost vanaf 2025 in totaal ongeveer 25 miljoen per jaar. Daarnaast is er de noodzaak om vanaf 2025 ook ruimte te bieden aan nieuwe aanvragers. Bovendien is verlenging alleen uitvoerbaar met medewerking van de andere overheden, aangezien veel gemeenten ook een vierjaarlijkse cyclus voor hun cultuursubsidies kennen. Met vijftien stedelijke regio’s zijn cultuurconvenanten afgesloten voor de periode 2021-2024. De minister vreesde ook voor een groeiende ongelijkheid tussen structureel gefinancierde instellingen en de rest van de sector. Bovendien is het waarschijnlijk dat met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen in maart het de zittende wethouders niet lukt om de besluitvorming over een verlenging op tijd af te ronden. De minister wil zich wel inzetten voor een aanvraagprocedure die rekening houdt met de gevolgen van de coronaperiode voor instellingen voor de nieuwe subsidieperiode 2025-2028 en wil graag samen nadenken over verbeteringen in het subsidiestelsel.

Aanvullend steunpakket

Op 26 november maakte het ministerie van OCW bekend dat het kabinet 68 miljoen euro vrijmaakt voor een specifiek steunpakket om de culturele sector te ondersteunen tot het eind van het jaar. Deze middelen behelzen een voortzetting van de eerdere specifieke steun: ondersteuning voor de BIS- en Erfgoedwetinstellingen en de meerjarig gefinancierde instellingen bij de Rijkscultuurfondsen, en ondersteuning voor makers via onder andere de rijkscultuurfondsen. 

Downloads

Brief van 16 november Stand van zaken moties en toezeggingen met betrekking tot cultuur van OCW

Meer Artikelen

ADVERTENTIES