Culturele Basisinfrastructuur (BIS)

  • beleid & politiek

Begin november adviseerde de Raad voor Cultuur de minister om het huidige coulancebeleid tot einde van de huidige beleidsperiode voort te zetten, dat wil zeggen dat de BIS-instellingen bij de eindafrekening niet worden gekort op hun subsidie als zij een kleiner aantal activiteiten en/of (live) bezoekers bereiken dan in hun oorspronkelijke plannen beoogd.

De raad riep de rijkscultuurfondsen, provincies en gemeenten op om eveneens een coulancebeleid te (blijven) voeren met betrekking tot de door hen meerjarig gesubsidieerde instellingen. Tevens herhaalde de raad zijn advies om de huidige beleidsperiode te verlengen met twee jaar om de sector en overheden de kans te geven de crisis gezond achter zich te laten en te leren uit de ingezette innovaties. 

“De raad deelt daarnaast de recent uitgesproken verwachting van de Taskforce Culturele en Creatieve Sector dat de coronacrisis van de afgelopen anderhalf jaar nog een lang na-ijleffect zal hebben voor de sector. De Taskforce voorziet een inkomstenderving die ook gedurende de eerste twee kwartalen van 2022 nog 530 miljoen euro bedraagt. De toch al fragiele balans tussen aanbod en afname is door de crisis uit het lood geslagen, met als gevolg dat de afzet van tentoonstellingen, voorstellingen en concerten onder druk staat.” 

Zorgen

De BIS-instellingen hebben gereageerd op de vraag hoe zij plannen en prestaties aanpassen aan de veranderde omstandigheden. Ook vulden ze opnieuw een prestatieoverzicht in en dienden een sluitende begroting in voor de jaren 2021 en 2024. Op basis daarvan en gevoerde gesprekken heeft de raad de indruk dat de sector enerzijds een groot aanpassings- en innovatievermogen bezit, en anderzijds mentaal overbelast is geraakt door de vele onzekerheden en aanpassingen. Financieel staan instellingen er dankzij de steunmaatregelen in het algemeen gezond voor, maar er leven grote zorgen over de terugkeer van publiek, het verstoorde internationale veld en het verwerven van eigen inkomsten, mede in relatie tot de verhoging van kosten voor innovatie, op- en afschalen, en fair practice. 

De maatregelen voor internationale gastcurators en kunstenaars die per land enorm kunnen verschillen maakt de werkpraktijk gecompliceerder

Beeldende kunst

Voor wat betreft de beeldende kunst gaat het in de BIS om presentatie-instellingen en postacademische instellingen. De presentatie-instellingen schoven geplande tentoonstellingen en publieksactiviteiten door en zetten in op digitaal bereik. Met online presentaties bleven de instellingen hun publiek thuis bereiken. Er was extra aandacht voor talentontwikkeling, bijvoorbeeld door het verstrekken van opdrachten aan kunstenaars. Vrijgekomen budget werd in sommige gevallen gebruikt voor de totstandkoming van publicaties en een aantal instellingen legde de nadruk op een sterkere lokale inbedding en regionale talentontwikkeling. De raad constateert dat samenwerking met kleinere initiatieven en kunstenaars grotendeels uitbleef, net als uitwisseling tussen de organisaties onderling. Instellingen maakten over de hele linie wel een professionaliseringsslag. Door het uitstel van programma zijn inmiddels veel instellingen ‘volgeboekt’. Voor presentatie-instellingen, die als springplank gelden en op de actualiteit zijn gericht, is dat een kwetsbare situatie. De maatregelen voor internationale gastcurators en kunstenaars die per land enorm kunnen verschillen maakt de werkpraktijk gecompliceerder. 

Andere instellingen boden kortdurende residencies en last-call residencies voor deelnemers uit de nabije omgeving

De (eveneens zeer internationaal georiënteerde) postacademische instellingen hebben zich gericht op hun kerntaak, het begeleiden van residents. Vanwege de reisbeperkingen is de duur van de residencies aangepast en zijn ‘open dagen’ doorgeschoven. Hier en daar heeft dat gevolgen voor de bezettingsgraad in 2021- 2022. Residencies voor collectieven kwamen te vervallen op de locatie in Nederland. Sommige organisaties organiseerden residencies decentraal, andere instellingen boden kortdurende residencies en last-call residencies voor deelnemers uit de nabije omgeving. Voor sommige deelnemers zijn de residencies een safe space gebleken, andere instellingen beschrijven dat het isolement juist een zware mentale wissel trok op de deelnemers. Bij enkele instellingen zijn versneld investeringen gedaan voor de transitie van offline naar online, bijvoorbeeld de ontwikkeling van online studiobezoeken. De instellingen beschrijven veelal het belang van de urgentie van kunst en cultuur. Zij voelen een sterker bewustzijn van de plaats die ze innemen in de maatschappij en voelen zich bevestigd in de thema’s die ze aansnijden. 

De beeldende kunstsector heeft de pandemie redelijk doorstaan maar voorziet dat de gevolgen nog aanhouden. Sommige instellingen zien de pandemie en de samenhangende beperkingen als een permanente realiteit. In de maanden dat de beeldende kunstinstellingen weer open waren, heeft het publiek de weg terug bij lange na niet gevonden zoals voor de crisis. De instellingen wijzen erop dat de onduidelijkheid over wat wel en niet mag en kan, hieraan ten dele debet is en suggereren dat een sectorbrede campagne hierbij behulpzaam kan zijn. 

Downloads

Advies verlenging cultuurplanperiode

Advies corona addenda

Meer Artikelen

ADVERTENTIES