ALARM – Museum van Alle Tijden, Beugen (NB)
De kunst van Jeroen Huisman (1964) vindt zijn oorsprong in de behoefte om steeds weer een verhouding te vinden met de schijnbare grilligheid van en in de natuur. Hij heeft een zwak voor de verschijningsvormen en oplossingen die voortkomen uit die natuur; de chaos, de weefsels, de uitgestrektheid, het ongrijpbare, de afbraak en de noodzaak, het kleine, ijle en het tere, het onuitroeibare, de persistentie en het toeval.

Rond 2012 begon ik met het maken van installaties en (licht)sculpturen. Ik combineer assemblagetechnieken met de toepassing van thermoplastische materialen, zoals het uit de 3D-printwereld afkomstige PLA, een polymelkzure bioplastic op basis van mais. Ik ontwikkelde een heel persoonlijk palet aan technieken waarmee thermoplasten worden behandeld en toegepast. De vaak amorfe vormen die ontstaan zie ik als een met een mensenhand gemaakte pseudonatuur; een vermoeden waarop dingen in de natuur zouden kunnen zijn opgebouwd. Ik modelleer deze materialen met een lijmpistool of een 3D-pen.
Met zo’n 3D-pen bouw ik, lijn op lijn, druppel op druppel, semi-transparante sculpturen met een glasachtige textuur, die ik Plastoïden noem en die doen denken aan zwammen of diepzeewezens, en waarin, als een soort groeiringen de factor tijd afleesbaar is. In de totstandkoming van deze sculpturen laat ik onzekere parameters toe die medebepalend zijn voor de ontwikkeling van vormen, zoals toeval en de omarming van fouten. Ik noem dat daden van onvoorspelbaarheid.
Mijn installaties bestaan meestal uit assemblages van gerecyclede materialen en bevragen vormen van natuurbeleving, zoals bij The Snail Language Translator Device (2024), waarin communicatie met slakken wordt voorgesteld. Bij Birding Apparatus (2015), een project rond alternatieve paleontologie, probeer ik geluiden die dinosauriërs ooit gemaakt zouden kunnen hebben te reconstrueren via sterk vertraagde vogelgeluiden.
Werkperiode en tentoonstelling in ALARM – Museum van Alle Tden, Beugen (NB)
Met de projecttitel Daden van onvoorspelbaarheid no. 3 heb ik in 2024 twee maanden gewerkt, geleefd en geëxposeerd in het Brabantse dorp Beugen, vlakbij de Maas. Twee tentoonstellingen in datzelfde jaar met dezelfde titel gingen hieraan vooraf: in Einbeck in centraal Duitsland en in
Arnhem. Beide tentoonstellingen bestonden uit een verzameling van half doorzichtige 3D-pen sculpturen van verschillend formaat.


Aan de Oeffeltseweg in Beugen ligt sinds 2011 het Museum van Alle Tijden, geesteskind van kunstenaar Ans Verdijk. Samen met haar man Clemens de Vroome, de mecenas van het project, heeft zij een agrivoedselcontainer omgebouwd tot tentoonstellingsruimte, geïnspireerd door de oude mariakapelletjes uit de streek. Het bouwwerk valt op, zo pal aan de straat. Met rondom kijkdoosachtige venstertjes lijkt het een geland ruimtevaartuig. Het is 24/7 te bezichtigen en is tot 23:30 van binnenuit verlicht. Daarachter ligt ALARM, een vierkante voormalige stalruimte van ca. 10×10 meter, sinds 1994 omgebouwd tot een multifunctionele kunstruimte.

Ergens in het voorjaar van 2024 ontving ik een berichtje van Ans over een mogelijke tentoonstelling in haar museum. Mijn sculpturen, die regelmatig op Facebook langskwamen, bevielen haar en ze bood me een tentoonstelling aan in ‘misschien wel het kleinste museum van Nederland’. Dat sprak tot de verbeelding en een kennismaking ter plaatse werd snel georganiseerd. Iedere twee maanden kan een kunstenaar er exposeren, maar bij het bezichtigen van deze plek voelde ik direct een behoefte om er niet alleen tentoon te stellen. Ik wilde er wonen en werken. Op een spiegelgladde gevlinderde betonvloer stond midden in de ruimte een dijk van een vierkante werktafel. Ik projecteerde in mijn hoofd alvast onaf werk en gereedschap in een soort laboratoriumopstelling op die tafel en al dwalend met mijn ogen door de ruimte zag ik ook ineens een computerhoek met scanner en printer, een opklapbed, en een campinggas buitenkeuken. Ans keek niet op van mijn idee en was meteen enthousiast. ‘‘Wanneer begin je?’’

Er was licht, elektriciteit, een koelkast en een pellet kachel. Het verblijf in ALARM zou een soort luxe kamperen worden, met gebruik van wc en douche in het flankerende huis. Ik zou er van halverwege september 2024 tot eind oktober, met een eventuele uitloop tot half november komen werken. Hoewel ik de werkperiode voornamelijk zag als een soort retraite, zou publiek mijn werkzaamheden kunnen volgen op vijf open atelierdagen in oktober, met een finissage op 9 november.
In de derde week van september begon mijn werk- en leefplaats vorm te krijgen. Het principe less is more is niet op mij van toepassing. Ik ben een kunstenaar die voorwerpen verzamelt, die na enige ‘rijping’ een functie krijgen in een installatie of sculptuur. Sinds de jaren 80 recycle ik op deze manier. Dat mes snijdt aan meerdere kanten. Ik heb bijvoorbeeld nooit een nieuwe tv gekocht. Maar mensen die mij wel eens hielpen met verhuizen kennen ook de nadelige kant… Met mijn Toyota ‘mini-vrachtwagen’ heb ik dus een hoop werkmateriaal, gereedschap en werk getransporteerd naar Beugen.
Het principe less is more is niet op mij van toepassing
Het Museum van Alle Tijden heef t, ondanks de beperkte ruimte, veel mogelijkheden om kunst te exposeren. Ik plaatste vijf sculpturen in de verschillende nisjes. Het zonlicht speelde fantastisch door het glasachtige materiaal, waardoor ze oplichtten als ijs, de reden ook waarom ik het aanlichtbare sculpturen noem. ’s Avonds met de ledverlichting van binnenuit zag het er schitterend uit. Getoond werden hier: Gurgite (2024), Testudine 1 – Petaso versie (2024), Testudine 2 (2024), Leoninus Plastoid (2020) en Pullulant (2018).

Tijdens deze werkperiode zijn verschillende nieuwe werken ontstaan. De rust in ALARM was ideaal voor concentratie. Tijdens de open atelierdagen waren bezoekers erg geïnteresseerd in de totstandkoming van de Plastoiden. Dus liet ik vaak zien hoe dit in zijn werk gaat. Het werk ontstaat meestal draaiend, zoals op een pottenbakkersschijf bij keramiek. Al draaiend, meestal op een metalen stellage met een draaiende kop, die ik Vertical Builder ben gaan noemen en een hulpmiddel schijnt te zijn geweest om tennisrackets te spannen, teken ik met een 3D pen lijntje op lijntje een sculptuur de hoogte in, terwijl ik met mijn vrije hand het geheel draai. Millimeter voor millimeter groeit zo’n vorm. Op plekken waar mijn hand de vorige lijn niet perfect volgt ontstaat een uitstulping, die bij volgende lijnen geaccentueerd raakt en een serieuze aanpassing wordt op de basisvorm. Wat ik aan het doen ben is mijzelf bewust ondergeschikt maken aan een aantal variabelen in het maakproces. Dankzij fouten die ik maak ontstaan grillige lobben in het materiaal. Op deze manier, stel ik mij voor, ontstaan ook vormen in de natuur, in reproductie- en groeiprocessen, maar ook bij allerlei geologische situaties.
Veel bezoekers waren verrast over de structuren die ontstonden en sommigen vergeleken mijn techniek met kantklossen, omdat het eenzelfde soort concentratie heeft als bij handwerken. Er is, werkend in ALARM, en in gesprek met bezoekers een idee geboren om mijn sculpturen te vertalen naar dun doorschijnend porselein. Ik ben benieuwd of er mallen van de sculpturen zijn te maken, waarin met gietklei kan worden geëxperimenteerd. Ik zal dus op zoek moeten gaan naar een plek waar ik dat zou kunnen uitproberen.
Wat ik aan het doen ben is mijzelf bewust ondergeschikt maken aan een aantal variabelen in het maakproces
Aan een paar installaties die ik uit Arnhem had meegenomen wilde ik wat veranderen of verbeteren en documenteren. De Fotonenteller (2016), een parodie op het fenomeen meten is weten, moest worden gerepareerd. De eerdergenoemde installatie Birding Apparatus, die bestaat uit een tafel met daarop een thermoplastische hoorn met daarin een speakertje, een 16-toeren platenspeler, een audioversterkertje, volumeknop, ontstoringsfilter, twee witte handschoenen en een houder voor twintig singeltjes met vogelgeluiden, heb ik omgebouwd met een digitale octaafverlager, een pitchshifter, die dinosauriërs nog beter hoorbaar maakt. Bezoekers waren verwonderd dat nachtegalen en zelfs roodborsten zo vervaarlijk konden klinken en vonden het aannemelijk dat dino’s echt zo geklonken zouden kunnen hebben. Kinderen stonden met open mond te luisteren.
Er kwamen tijdens deze werkperiode veel mensen kijken, kunstenaars, maar ook buurtbewoners. De finissage op 9 november werd goed bezocht met maar liefst 25 tentoongestelde werken. Ik heb genoten van de plek en de omgeving, de vele wandelingen in het nabijgelegen vogelnatuurgebied de Vilt en het gekke eiland voorbij de jachthaven midden in de maas, waar ik op een middag maar liefst 18 ooievaars telde. Dit was een erg prettige ervaring met de bezielde ondersteuning van Ans Verdijk en Clemens de Vroome.