De laatste 15 jaar vooral in de vorm van een verhouden tot de psychologisch, sociaal, politiek historische context van het begrip Herinnering, Pamjat in het Russisch. De Rooze zoek lege landschappen waar verschrikkelijke dingen (of niet) hebben plaatsgevonden, maar waar geen spoor meer van te zien is. Het Landschap is leeg. Een Leer Landschaft is altijd onschuldig. Als curator heeft René de Rooze een aantal keer exposities georganiseerd die herinnering en identiteit als onderliggende leidraad hadden.
Vorig jaar februari was ik met een groepje Groninger kunstenaars van atelier- en kunstenaarsorganisatie Havik op bezoek bij onze partner Frise in Hamburg. Wij wisselen (onder andere) residencies uit. Ze zijn gevestigd in een voormalige kappersschool en beschikken over wereldwijde contacten, vooral met kunsthallen, musea en kunstenaars-organisaties in havensteden zoals Helsinki, Yokohama, Sjanghai en San Diego. Ik ontmoette daar twee Russische sociologen en stadsplanners, verbonden aan de Russische organisatie Arts4City: sociologen, architecten en omgevingsontwerpers. Ze initiëren community artprojecten in Sint-Petersburg, samen met (onder andere) kunstenaars. Mijn belangstelling was gewekt.
Rusland ken ik als erfgenaam van het suprematisme en andere abstracte stijlen en bewegingen, die als avant-gardekunst uit begin twintigste eeuw voor mijn eigen beeldende ontwikkeling bepalend zijn geweest. Al vroeg kwam ik in aanraking met El Lissitzky, Malevich, Kandinsky en vele anderen. En de Russische literatuur schoof mijn hoofd binnen, niet alleen de klassieken, maar ook Daniel Charms en Velimir Chlebnikov. Als voorbereiding voor een eventueel project en als een soort bedevaart reed ik in een wilde actie naar Vitebsk, in Wit-Rusland. Daar had Chagall een academie opgericht, waar Lissitzky en Malevich les kwamen geven, en waar het suprematisme was ontstaan. Mijn visum was maar tien dagen geldig en dat dwong me om door te reizen naar Sint-Petersburg en Moskou. Om daar te komen reed ik naar Tallin in Estland en liet ik mijn auto veilig achter op de parkeerplaats van mijn hotel en reisde ik verder met bus, trein en vliegtuig. In Sint-Petersburg zocht ik contact met de medewerkers van Arts4City en langzaam ontstonden daar ideeën voor een project.
De Rode Driehoek is een verlaten fabrieksterrein, net buiten het centrum van Sint-Petersburg. In 1860 begonnen Duitsers daar een rubberfabriek. Die kwam later in Brits-Amerikaanse handen en werd in 1917 genationaliseerd. Het was tot na de Tweede Wereldoorlog de grootste rubberfabriek in Europa en Amerika. Grote afnemer was de oorlogsindustrie: ook tanks kunnen niet zonder rubber. Na het beleg van Leningrad werd de productie weer opgepakt, maar de behoefte aan natuurlijk rubber daalde toen synthetisch rubber was uitgevonden. In 1991 sloot de fabriek. Kunstenaars, musici, ontwerpers en andere kleine bedrijfjes, veelal ook louche, namen bezit van het terrein. Er existeert een ware cementfabriek en je ziet er heel wat punkers en illegalen uit de voormalige Aziatische sovjetrepublieken Kazachstan, Turkmenistan, Kirgizië en Tadzjikistan. Ze werken in Rusland zonder verblijfsvergunning waardoor het bijna onmogelijk was hen te benaderen. Met de kunstenaars heb ik wel contact kunnen leggen.
De meeste gebouwen verkeren in een deplorabele staat en sommige dreigen in te storten. De Petersburgse stadsregering heeft het gebied tot monument verklaard, maar er is geen geld voor onderhoud en de politieke wil ontbreekt. De creatieve industrie en daarmee samenhangende ontwikkelingsprojecten zijn not done in Petersburg. Men ziet liever megalomane projecten als het Ochta-centrum van 400 meter hoog en natuurlijk een nieuw stadion voor een of ander wereldkampioenschap.
Ik besloot om daar in Sint-Petersburg een project te doen waarin herinnering en persoonlijke verhalen een rol spelen. Drie vergelijkbare gewoonten inspireerden mij:
- Het gebruik om op papier geschreven boodschappen aan G’d* tussen de stenen van de klaagmuur in Jeruzalem te schuiven.
- De gewoonte in Rusland om als puber (meisjes vooral) je diepe zieleroerselen aan een stuk papier prijs te geven, dit in een fles te stoppen, te begraven en 20 jaar later weer op te graven, om te zien wat jouw gevoelens, verwachtingen, problemen, kortom zieleroerselen waren.
- Het gebruik in de Sovjetunie van de jaren zestig om kinderen een epistel te laten schrijven over hoe zij de toekomst over 50 jaar zagen van hun sovjet-heilstaat, gericht aan kinderen die dan, 50 jaar later, dezelfde leeftijd hebben als zij nu. Ik wilde met de deelnemers kleine stukjes papier, waarop ze hun herinneringen schreven aan het terrein, maar ook hun gevoelens en wensen over de Rode Driehoek, en die stukjes papier in een gleuf van de muur, of in een van te voren geboord gat, stoppen. Dat werd verzegeld met contactlijm, waarop een klein plastic glitterdiamantje in de vorm van een ruit, hart of ster werd geplakt. Zo ontstonden kleurrijke lichtpuntjes op de oude afgeraffelde en vervallen muur.
Om zo ver te komen moest ik veel kleine en grote hindernissen nemen. Ik moest me aanpassen aan de Russische manier van organiseren en plannen, waarbij alles op het laatste moment samenvalt of niet functioneert. Doordat ik ooit in het Midden-Oosten woonde en daar de nodige chaos heb ervaren, kon ik mijn Nederlandse ergernis reguleren. De mensen van de organisatie waren uitermate aardig, maar elk moment kon een gemaakte afspraak ongedaan gemaakt worden en verschoven. Tot het moment van de daadwerkelijke uitvoering van mijn project was ik niet zeker of het allemaal wel door zou gaan. Maar niet getreurd, ik vond het aan de andere kant ook een uitdaging. Het begin is uitgevoerd en de bedoeling is dat het als work in progress ook zonder mijn aanwezigheid met Art4City doorgaat tot de hele muur bezaaid is met kleurrijke diamantjes.
Ik verbleef in het artist-in-residence complex Pushkinskaya 10. Dat complex heeft een lange, dissidente, geschiedenis. Voordat het gebouwencomplex in 1991 betrokken werd, bestond deze beweging uit kunstenaars, musici en schrijvers die ondergronds publiceerden, concerten gaven en tentoonstellingen maakten. De kunstenaars werden niet geaccepteerd door de socialistische heilstaat. Er ontstond een onofficieel museum, een ‘nonmuseum’ Samizdat (Russisch voor ‘zelf publiceren’), waar alle voorwerpen, teksten, et cetera bewaard bleven. Na de verstikkende periode onder Brezjnjev ontstond onder Gorbachov een zekere mate van vrijheid. In 1991 werd het complex Pushkinskaya 10 ‘gekraakt’ en tot kunstenaarscomplex omgebouwd. Er is nog een deel van over, na gentrificatie, waar ateliers, muziekstudio’s, podia en plekken voor bezoekende kunstenaars gecreëerd werden. De ruimtes zijn klein, maar als je theoretisch onderzoek doet, of een community-art project opzet, is dat voldoende. De sfeer was communicatief. De manager, Anastasia Patsey, nodigde ons uit voor congressen, tentoonstellingsopeningen en culturele bijeenkomsten zoals een georganiseerd door het Nederlands consulaat (in het Manege Museum en de ambtswoning van de Nederlandse consul aan de Neve). Ook kwam ik terecht in een Noors kunstproject georganiseerd door Pushkinskaya10 en het Noorse consulaat en een lezing met expositie over het beleg van Leningrad, geïnterpreteerd en verbeeld door kunstenaars in de Paul en Peter Fortress Pro Arte galerie.
De kunstscene in Sint-Petersburg is, naar mijn persoonlijke mening, enigszins behoudend en gefragmenteerd. Ik ondervond dat in gesprekken. Men zit op eilandjes, is weinig innovatief en beroept zich op het verleden. Kunstenaars die kunnen, of de moed hebben, trekken weg naar Moskou of naar het buitenland. Er bestaan twee kunstacademies in Sint-Petersburg, een traditionele en een minder traditionele. Een goede galerie is Anna Nova. Andere interessante plekken die ik zag zijn de Manege Galerie, Erarta (een privé Museum) en Pro Art. Overigens heb ik niet heel veel tijd kunnen besteden aan het bezoeken van galerieën.
Als je zelf goede ideeën hebt, kun je proberen een project te doen met Arts4City. Het verlaten fabrieksterrein Kivorsky Zavod heeft ook prachtige mogelijkheden. Toen ik daar keek, kwam een oude droom van twintig jaar geleden weer naar boven: een choreografie van 100 dansers, 100 badkuipen en 100 douchekoppen op een verlaten fabrieksterrein van 100 x 50 meter in de voormalige DDR: vervreemding, verlating en loutering van de geschiedenis door middel van water.
Het verblijf van vier weken in Sint-Petersburg sloot ik af met vier dagen Moskou. Daar bezocht ik vrienden. De letterenfaculteit van de Staatsuniversiteit in Moskou, afdeling Nederlandse en Vlaamse literatuur en letterkunde, had me uitgenodigd een lezing te geven over een eigentijdse Nederlandse kunstenaar. Gezien mijn voorliefde voor Armando, vertelde ik een uur en een kwartier over zijn werk, in het Nederlands. Ik kreeg positieve reacties en was een mooie ervaring rijker. Overigens had ik soms haast warme déja-vue-gevoelens in dat oude sovjetgebouw, omdat ik in de jaren negentig een tijd in Oost-Berlijn woonde en daar ook les heb gegeven in dat soort sovjetgebouwen.
Mijn verblijf in Petersburg smaakt naar een herhaling. Een deel van mijn verblijf werd betaald door het Gerbrandy Fonds, en door privé sponsors. Het Mondriaan Fonds wees mijn aanvraag af. Ik vroeg er diverse keren naar, maar er kwam tot op heden geen motivatie. Op een voorlichtingsbijeenkomst in Groningen, lente dit jaar, werden vooral politiek correcte argumenten genoemd, zoals gender of afkomst, voor het toekennen van subsidies. Na dertig jaar beroepspraktijk als kunstenaar heb ik geleerd altijd intuïtief èn bewust mijn eigen weg te volgen. Dat heeft mij ervoor behoed me te conformeren aan modieuze bewegingen en tot nu toe heeft dat goed uitgepakt.
* G’d is een religieuze wijze, door Orhtodoxe Joden gebruikt om God te schrijven, zijn naam uitspreken en schrijven is hen verboden, omdat briefjes schrijven zo een religieus gebruik is aan de klaagmuur heb ik de schrijfwijze overgenomen.
renederooze.com
artresidency.ru
arts4city.com
havik-groningen.nl
frise.de/cms/3-0-Aktuell.html
nonmuseum.ru
facebook.com/cultacup/videos/120138885324739