IPIHAN

Inge Aanstoot studeerde in 2009 af aan de Willem De Kooning Academie te Rotterdam in de richting Autonome kunst. Zij maakt volle, verhalende schilderijen over geschiedenis, wetenschap en religie, triviale feiten en alledaagse gebeurtenissen. Deze zomer verbleef zij 5 weken als gastkunstenaar in Oost-Duitsland. (foto's: Aad Hoogendoorn)

… met een groep kunstenaars naar Oost-Duitsland afreizen om een leegstaand pand om te toveren tot tijdelijk mega-atelier.

Al een paar jaar geleden werd ik door beeldend kunstenaar Pim Palsgraaf gevraagd of ik mee wilde doen aan If Paradise Is Half As Nice, ofwel IPIHAN. Het project sprak me direct aan: met een groep kunstenaars naar Oost-Duitsland afreizen om een leegstaand pand om te toveren tot tijdelijk mega-atelier. Onbegrensde werkmogelijkheden, afgetopt met een grootse eindtentoonstelling. Pim organiseerde dit sinds een aantal jaar met Daan Botlek en gaandeweg deden steeds meer kunstenaars mee.

Toen ik vorig jaar eindelijk kans zag de eindpresentatie van het project eens te bezoeken, realiseerde ik me al snel wat ik destijds had gemist. Ik nam me voor dat als Pim het nog eens vroeg mijn kans te grijpen. Afgelopen mei mailde hij. De vaste groep van inmiddels zo’n 10 Duitse en Nederlandse kunstenaars vroegen mij dit jaar als gastkunstenaar aan te haken. Natuurlijk! IPIHAN #8, here I come!

Waar in de eerste jaren ter plekke een pand werd gezocht en gekraakt, gebeurt het zoeken van een geschikte plek inmiddels van tevoren; de eigenaar geeft toestemming en de sleutel. De keuze viel dit jaar op Altenburg, een stadje van zo’n 33.000 inwoners op drie kwartier rijden van Leipzig. Locatie: een voormalig warenhuis, of Kaufhaus, annex industriële bakkerij en slagerij.

De gemeente Altenburg was meteen enthousiast toen ze onze plannen hoorden. Het lokale cultuurhuis ‘Paul-Gustavus-Haus’ (PGH) had de IPIHAN-crew onder de vleugels genomen. We kregen op kosten van de gemeente Altenburg twee appartementen in het noorden van het stadje tot onze beschikking.

De gemeente Altenburg was meteen enthousiast toen ze onze plannen hoorden.

Het beeld dat ik thuis had gevormd van Altenburg en het Kaufhaus kon ik me een uur na aankomst al niet meer precies voor de geest halen. Pim en ik treinden naar Nijmegen en stapten daar in de overvolle auto van kunstenaar Willem Besselink en historicus Guus Vreeburg. Bij aankomst in Altenburg heetten kunstenaars Regina Kelaita, Ties Ten Bosch en Michiel Jansen ons welkom met een biertje op het marktplein van de stad. Altenburg presenteerde zich meteen vele malen levendiger en vriendelijker dan Zeitz, het naburige stadje waar ik IPIHAN de voorgaande zomer had bezocht. Na de komst van usual suspect Jordy Walker en gastfilmer Sander Schuurman later die week waren we nagenoeg compleet. Gastkunstenaar Julien Fargetton en IPIHAN’er Sybille Neumeyer konden er iets minder lang bij zijn dan de rest. Daan Botlek was iets vertraagd, maar erbij tot het eind. Een fantastische groep mensen waar ik me meteen bij thuis voelde.

Het Kaufhaus staat aan de Hillgasse, een straatje middenin de stad. Niet de mooie gevel springt het eerst in het oog, maar de afgetimmerde ramen en entree. Van het hek naar de binnenplaats hadden we de sleutel. We kwamen binnen door een poort onder het gebouw, de binnenplaats was een verwilderde tuin. Het was er heerlijk koel; de temperaturen buiten de poort waren beduidend hoger. Deze zomer was een warme, en Thüringen presenteerde haar landklimaat.

Het pand bestaat uit een allegaartje van gebouwen. Eenmaal binnen zie je dat de bakkerij en slagerij veel groter zijn dan het Kaufhaus zelf. Grote hallen en kleine kamertjes wisselen elkaar af. Door de jaren heen is er veel verbouwd en uitgebreid. Ieder gebouw kun je op één of andere manier binnendoor via de andere gebouwen bereiken. Alleen het slagerijgedeelte aan de straatkant (inclusief prachtige voormalige slagerswinkel!) was dankzij een eerdere brand slecht begaanbaar.

In de slagerij rook het in de pekel- en rookkamers nog steeds naar worst. Oude weegschalen en koelruimtes waren overwoekerd met klimop.

Er was duidelijk opgeruimd voordat de deur 25 jaar geleden voor de laatste keer dichtgetrokken was. Er hingen nog lampen, maar meubels stonden er amper. Wel vonden we oude affiches, enorme ovens, zakken broodmeel… In de slagerij rook het in de pekel- en rookkamers nog steeds naar worst. Oude weegschalen en koelruimtes waren overwoekerd met klimop. De meeste ramen waren gebroken, rondom de binnenplaats waren ze niet afgetimmerd. De bladderende verf op muren en plafonds gaf het geheel een barokke uitstraling.

De eerste week was uitgetrokken voor het gereed maken van een basisverblijf in ons Kaufhaus. We besloten van de grote lege bakkerijhal op de begane grond een woonkeuken te maken. We vonden materialen, van oude ovenplaten tot losgeraakte raamkozijnen, om een aanrecht en gootsteen te bouwen. Uit de IPIHAN-opslag kwam een koelkast. Wat we niet konden vinden haalden we bij de bouwmarkt. Buiten werden oude deuren in tafels en banken omgetoverd, een barbecue werd gebouwd. We besloten, omdat we steeds struikelden, een deel van de klimop weg te halen die de hele tuin bedekte. Een prachtig stenen terras kwam tevoorschijn. We zouden er later achter komen dat deze beboomde binnentuin 25 jaar geleden nog een leeg plein was.

Een door de gemeente aangeleverde elektriciën legde stroom aan; wat een paradijselijke stilte zonder aggregaten! Een aansluiting op het waternet bleek onhaalbaar, maar bij het PGH mochten we dagelijks onze jerrycans vullen. Beetje bij beetje werd het pand verder ontdekt en toegeëigend. Ties kreeg de oude TL-balken aan de praat en we hingen lichtsnoeren in de tuin. We kookten in ónze keuken, barbecueden op óns terras. Al na een paar dagen begon ons besef van tijd te veranderen, en tot het einde bleef er een opmerkelijke cognitieve dissonantie: enerzijds leek het pas gisteren dat we hier aankwamen, anderzijds voelde het alsof we hier al maanden woonden.

De geschiedenis van Altenburg gaat ruim 1000 jaar terug, en Keizer Barbarossa maakte er in de 12e eeuw een residentiestad van. Het residentieslot prijkt op een rots in het centrum. De stad staat vol kerken, en overal zijn torens. Elke avond om 22 uur trakteerden de beiaardiers ons op slaapliedjes. Als we ‘s avonds op het dak zaten, hoorde je dat in een ongelooflijke surround sound om je heen.

Toen we na de eerste week allemaal voor onszelf aan het werk gingen, dompelde ik me onder in de geschiedenis van de stad. Ik bezocht musea, slot, kerken en torens, de plaatselijke ansichtkaartenwinkel, de Skatbrunnen. Altenburg is, naast de bakermat van het Skatspel, ook de geboortestad van enkele belangrijke wetenschappers. Ik verzamelde meer en meer informatie over een stad die sinds de val van de muur alleen maar aan belang, bevolking en glans heeft ingeleverd, maar waarvan de bewoners de moed erin houden en met veel liefde gevels renoveren, oude (en nieuwe) festivals doen herrijzen en ons project ook met open armen verwelkomden.

Historicus Guus verzamelde verhalen over het pand – oproepen in kranten en bijeenkomsten met vertegenwoordigers van gemeenteraad en stadsarchief zorgden ervoor dat er elke dag mensen met foto’s en anekdotes aan de poort stonden te rammelen. Hij presenteerde zijn bevindingen, en wakkerde daarmee mijn interesse in de geschiedenis van Altenburg nog verder aan.

Langzamerhand ontstond hier een portret van de stad. De verhalen van bekende en minder bekende Altenburgers vormden de inspiratie voor de grote installatie die ik uiteindelijk zou bouwen.

Het doel van IPIHAN is om ongestoord te werken en te experimenteren. Ik wilde al lang weer eens iets anders doen dan schilderijen maken, en deed dat ook. Ik besloot neer te strijken op de middelste verdieping van het Kaufhaus, geïntrigeerd door de overeenkomsten tussen winkeletalage en museumvitrine.

Langzamerhand ontstond hier een portret van de stad. De verhalen van bekende en minder bekende Altenburgers vormden de inspiratie voor de grote installatie die ik uiteindelijk zou bouwen. Ik maakte muurschilderingen over adellijke families en portretten van Altenburger wetenschappers. Een sculptuur gebaseerd op een half gerenoveerd beeld aan de stationsgevel werd een allegorie van de stad, een semi-fictief diorama van het centrum vulde ik aan met een vitrinekast vol materialen uit het gebouw.

Iedere kunstenaar trok zijn eigen plan. De één maakte een zaalvullende installatie, de ander een intieme sculptuur of film. Waar de één nauwkeurig onderzoek deed was de ander aan het rauzen. ‘s Avonds kookten we om beurten, vaak na een duik in het buitenzwembad om de hoek. Eén voor één betrokken we slaapvertrekken en tenten in het gebouw, al bleven de appartementen beschikbaar voor douche, wasmachine en bed. We dronken biertjes, gedoneerd door een anonieme mecenas waarvan we vermoedden dat het de enthousiaste, jonge burgemeester was. We werkten hard, hadden veel lol, trakteerden onszelf af en toe op een avondje schnitzelrestaurant.

In de vierde week rondden we onze projecten af. Week vijf was bestemd voor het bezoeker-proof maken van het pand; van het afsluiten van gevaarlijke ruimtes en het verlichten van kunstwerken tot het timmeren van bar en djbooth. Toine Klaassen voegde zich bij ons, hij nam de openingsperformance voor zijn rekening. We begonnen ons meer en meer af te vragen hoe druk het zou worden tijdens het openingsweekend, gezien de aandacht van de lokale media door de weken heen. Het Kaufhaus bleek een verloren parel van de stad te zijn; iedereen kende en miste het. Guus verdronk haast in het aangeleverde materiaal. Er waren foto’s vanaf 1927.

Door al dit enthousiasme dachten we dat we het record van 1000 bezoekers wel zouden aantikken dit jaar, al zaten we niet in hartje Leipzig. Al was het maar omdat de locals het gebouw nog eens van binnen wilden zien. Onze verwachtingen werden overtroffen: we ontvingen 3000 bezoekers! Halverwege de eerste avond was al het eten op, alle rondleidingen waren overvol. We renden, vlogen, feestten en improviseerden ons een slag in de rondte. De mensen van het PGH hielpen ons bij god-weet-wat-allemaal. Het was een enorm succes. Zondagavond, na het sluiten van de poort, dansten we op Sanders gabberhouse en sliepen een gat in de dag. Toen begon de afbouw, en drie dagen later zat ik ineens in de trein naar huis.

Ik kan nog honderden verhalen vertellen.

Ik kan nog honderden verhalen vertellen. Vijf weken; het is lang en kort tegelijk. IPIHAN is een prachtproject waar ik met liefde aan mee heb gedaan; de meest fantastische, gestoorde achtbaan waar je je zomer mee kan vullen. Het draait op crowdfunding en tomeloze inzet van de groep – en deels op de Spenden van 3000 gulle Altenburgers! Ik kan iedereen aanraden komende zomer mee te gaan om IPIHAN#9 te bezoeken. Ik zal er in ieder geval bij zijn. Tot dan!

www.ipihan.com
www.ingeaanstoot.nl

Meer Columns

ADVERTENTIES