Healing Batik is een artistiek onderzoek waarin beeldend kunstenaar Nina Boas zich de vraag stelt ‘Hoe werken trauma en culturele erfenis door op volgende generaties kunstenaars? Het werk van Boas draait om heling. Tijdens haar residency bij SBK Amsterdam dook ze in het werk van haar vader kunstenaar Philip Boas waarbij ze confrontaties niet uit de weg ging. Voor BK-informatie schreef ze erover.
In een intieme expositieruimte, verlicht door een tl-balk en gefilterd daglicht, hangen twee kunstwerken van mijn vader, één verticaal en één horizontaal. Ze zijn stille getuigen van een gedeelde geschiedenis die ik tracht te begrijpen. Mijn bureau bevindt zich op een tussenverdieping, een plek van reflectie en ontmoeting, waar ik mijn gedachten verzamel tijdens mijn residency bij SBK Amsterdam in juli 2024. Het is een tijd van diepgaand onderzoek, rituelen en reflectie over thema’s zoals intergenerationeel trauma, dekolonisatie en heling.
Stille getuigen van een gedeelde geschiedenis die ik tracht te begrijpen
Ik ben Nina Boas, beeldend kunstenaar en performancemaker, en mijn werk draait om heling, zowel op persoonlijk als collectief vlak. Vaak is mijn werk procesmatig, met performances en rituelen die zintuigelijke ervaringen bieden. Gedurende deze residency dook ik in het werk van mijn vader, Philip Boas, een kunstenaar wiens batik-geïnspireerde kunstwerken thema’s als culturele identiteit, koloniale geschiedenis en persoonlijke expressie dragen. Het is deze erfenis die ik wil begrijpen en in een nieuwe context plaatsen, omdat schaamte en taboe vaak centraal stonden in onze familiegeschiedenis.
Dit is een artistiek oeuvre dat als erfenis voor mij persoonlijke verhalen representeert, maar ook als oeuvre opnieuw geïnterpreteerd dient te worden in een tijd waarin kunst zich lijkt te moeten verantwoorden in een hedendaagse discussie die breed leeft; een discussie in dit geval over cultural appropriation en de terecht grondige, hedendaagse analyse van wat dekolonisatie betekent voor een kunstenaar die zich in zijn werk volop richt op inspiratie uit kunsthistorische beeldtalen van een voormalige Nederlandse kolonie. Ik wil mijn perspectief op het oeuvre van mijn vader onderzoeken zonder deze grotere context uit de weg te gaan.
Verbinding tussen verleden en heden
Mijn residency begon met een artistieke werkvorm die ik ‘embedment’ noem: een praktijk waarin je je onderdompelt in objecten en informatie. Het is een belichaamd onderzoek. Hoe resoneert het werk van mijn vader? Ik probeer somatische helingstechnieken te integreren in mijn persoonlijke zoektocht naar artistieke reflectie en voer een ritueel uit met maskers die ik zelf heb gemaakt. Elk onderdeel van het ritueel heeft zijn eigen betekenis en symboliek. Zo is er het mosmasker, waardoor ik kan kijken, terwijl het mos, een beschermde plant, symbool staat voor het behoud van het kwetsbare. Ook gebruik ik een zelfgemaakt bijvoetkraagje, dat bekend staat om zijn beschermende en lucide eigenschappen en mij van ongewenste invloeden weert tijdens mijn proces.
Het ritueel omvat een onderzoek naar hoe fysieke interactie met een kunstwerk in het artistieke proces van creatie zowel het ambacht van een traditie-geïnspireerd maakproces inspireert, als ook hoe deze fysieke daad van ambachtsanalyse in interpretatie een perspectief van respect en singuliere artistieke toewijding voor de culturele bronnen waarop mijn vader wilde reageren. Zijn rechte houding op oude foto’s doet me denken aan koloniale familieportretten en neem ik aan om te doorvoelen wat zo’n houding is, terwijl zijn gehurkte houding in zijn studio me herinnert aan Indonesische mensen tijdens reizen in mijn jeugd. In diezelfde positie maak ik tekeningen van een gesluierd lichaam, die ik toon in de ruimte.
Wat is heling? Wat betekent het om trauma van onze voorouders te dragen?
Deze tekeningen zijn uit een serie die ontstonden na een familieopstelling en zijn een manier om mijn bezoeken aan depots, waar het werk van mijn vader ligt, te verwerken. Tijdens het ritueel wikkel ik een zijden doek, ooit gekregen van mijn vader, om mezelf heen. Terwijl ik het dagboek van mijn opa en een artikel van mijn vader vasthoud, begin ik te schudden. Dit roept vragen op die aan de basis staan van mijn artistieke onderzoek: Wat is heling? Wat betekent het om trauma van onze voorouders te dragen? Hoe kunnen we onze kunstpraktijk dekoloniseren in een wereld die nog steeds worstelt met de nasleep van kolonialisme?
Ontmoetingen en verhalen
Tijdens mijn residency had ik bijzondere ontmoetingen. Één daarvan was met een negentigjarige man, een kampoverlevende die als kind tyfus overleefde in een Japans kamp. Terwijl hij naar de werken van mijn vader keek, vertelde hij hoe hij tijdens zijn ziekte hallucinaties had meegemaakt en sprak hij over trauma’s als “laatjes in ons lichaam die onverwacht open kunnen gaan”. Dit soort sociale interactie met publiek en hun verhalen zijn essentieel voor mijn werk. Ze tonen dat kunst niet alleen iets is om naar te kijken, maar ook een medium is om mensen samen te brengen en ruimte te scheppen voor gesprekken, zodat beeld leidt tot een daad van saamhorigheid als collectieve reflectie. Door het voorlopig artistiek nalatenschap van mijn vader te onderzoeken, krijg ik de kans om trauma’s die zijn werk altijd deels raken en representeren te erkennen en te verwerken, niet alleen voor mezelf maar ook voor anderen.
Herhalende beelden en digitale experimenten
Tijdens mijn residency creëerde ik ook een video, samen met Zoe D’amaro, waarin ik beelden verwerk die mijn vader mij de afgelopen jaren via WhatsApp stuurde. Het werd een drieluik van herhalende beelden van zijn leefomgeving: het landschap, zijn rommelige studio en zijn katten. De video biedt een intiem kijkje in zijn dagelijkse leven en vormt voor mij een manier om zijn wereld, die zo verweven is met de mijne, te begrijpen.
Daarnaast experimenteerde ik met augmented reality (A.R.) om vragen rond het werk van mijn vader in een digitale laag te samen te brengen. Dit digitale werk vormt een uitbreiding van mijn onderzoek, waarin ik fysieke objecten en rituelen combineer met nieuwe technologieën. Door A.R. als belevingslaag toe te voegen, creëer ik een extra dimensie voor reflectie, waarin bezoekers zelf door de beelden kunnen navigeren en op hun eigen manier verbinding kunnen maken met het werk.
Intergenerationeel trauma en dekolonisatie
Een belangrijk onderdeel van mijn onderzoek is hoe we omgaan met intergenerationeel trauma en de überhaupt troebele of in ieder geval gelimiteerde betekenis van het concept van een culturele erfenis die sociaal altijd connecties heeft met een breder en sociaal collectief gedeeld verleden. De kunstwerken van mijn vader liggen vaak opgeslagen in musea en depots als stille getuigen van een postkoloniale realiteit die niet los van de geschiedenis ervaren kan worden. Dit roept vragen op: Hoe kunnen we vergeten kunstwerken nieuw leven inblazen, als de vragen complexer blijken dan individuele artistieke interpretatie? Hoe kunnen we de verhalen van deze werken vertellen op een manier die relevant is voor onze tijd?
Het dekoloniseren van de kunstwereld is een urgent thema. Kunstinstellingen herzien hun collecties en proberen sporen van kolonialisme bloot te leggen. Ik wil onderzoeken hoe de kunst van mijn vader en mijn eigen werk kunnen bijdragen aan deze dialoog. Zijn batik-geïnspireerde werken vertellen een verhaal van culturele uitwisseling, maar dragen ook de littekens van een koloniale geschiedenis.
Een uitnodiging tot dialoog
De presentatie van mijn werk aan het einde van de residency was een uitnodiging tot dialoog. Door middel van projecties, archiefbeelden, live tekenen en stemopnamen nodigde ik de bezoekers uit om deel te nemen aan mijn zoektocht naar heling. Het ritueel dat ik uitvoerde, waarin sprookjes en somatische bewegingen werden gecombineerd, had als doel een helend proces op gang te brengen, niet alleen voor mezelf, maar voor iedereen die aanwezig was.
Het project Healing Batik nodigt uit tot reflectie op onze gezamenlijke geschiedenis en de mogelijkheden voor heling. In een tijd waarin de kunstwereld zoekt naar manieren om haar koloniale verleden onder ogen te zien, biedt dit project een ander perspectief op hoe we kunnen omgaan met trauma en culturele identiteit.