Kunst verbindt en kent geen grenzen

Beeldend kunstenaar Carmen Heemels is verzamelaar van ‘dingen’ die ze zich eigen maakt door ze te bewerken. Later verbindt ze de voorwerpen of herinneringen met elkaar. Zij stelt vragen en gaat een dialoog aan met de kijker. Het antwoord is aan de beschouwer, of in ieder geval zet het werk aan tot een zoektocht. Daarnaast maakt zij fotoportretten van vrouwen die iets te vertellen hebben. Ze vangt hun verhaal in de blik van hun ogen. Carmen Heemels is behalve beeldend kunstenaar ook projectleider/curator van (inter)nationale kunstevenementen en docent beeldende vorming. Carmen Heemels exposeert in binnen- en buitenland.

Of ik meewilde. Naar Iran, vroeg Carmen. Daar hoefde ik niet lang over na te denken, fanatieke reiziger als ik ben. Er was werk van mijn zus te zien op de expositie People and Eastern Art in Ahwaz en later Dezful. Carmen had gehoor gegeven aan een oproep op facebook van Iraniër Abdolreza Rabeti aan binnen- en buitenlandse kunstenaars om op basis van Perzische gedichten beeldend werk te maken. “Op facebook is een groot internationaal kunstnetwerk waar ik deel van uitmaak”, vertelt ze. “Je raakt via-via met elkaar in contact en met projecten die heel interessant kunnen zijn.”drukte expositie Dezful

“Toen ik die oproep zag, voelde ik me meteen aangesproken om mee te doen. Ik hou heel erg van poëzie, schrijf af en toe zelf een gedicht. Het was belangrijk om de inhoud van de verzen te begrijpen, dus waren ze vertaald in het Engels. Elke kunstenaar kon er een uitkiezen. Mijn oog viel meteen op het gedicht Half Facing the Sky van Ali Abdollahi. Gaat over verbinding. En wat is er mooier dan oost en west, in dit geval Iran en Nederland, met elkaar in contact te brengen.” Dat uitte zich in een kunstwerk van mix media; fotografie, lakverf, kopieën en tape. Het gaat om een zwartwitprojectie van twee bijna identieke ogen die elkaar half overlappen. De iris van beide ogen wordt bedekt met een kruis van gele en witte tape. Onderaan vallen twee handen half zichtbaar ineen. “Nu had ik dus een aanleiding, een thema, maar normaal gesproken ontstaat mijn werk vanzelf. Ik denk er eigenlijk niet over na. Ik maak dus geen plan. Het proces wordt automatisch in gang gezet, zonder dat ik kan uitleggen hoe of waarom. Soms heeft het geen doel of betekenis. Ik schaf het materiaal aan waarvan ik denk dat het iets kan opleveren of dat ik mooi vind of mij raakt, maar weet dan nog steeds niet waartoe het leidt. Toch valt uiteindelijk alles op zijn plek.” Lacht: “Tot nu toe tenminste.”

Het was niet mogelijk om het werk zelf naar Iran op te sturen. Aan alle deelnemende kunstenaars werd gevraagd een foto te maken en die digitaal te verzenden. Wereldwijd gaven honderden artiesten gehoor aan die oproep. Van hun creaties werd door de organisatie een selectie gemaakt voor de exposities in Iran. Carmens werk zat erbij. Net als dat van enkele kunstvrienden die ze onder meer kent via ArtNations, een internationale kunstenaarsvereniging uit München. “Ik voelde me natuurlijk vereerd. Wat schetste mijn verbazing; ik kreeg een uitnodiging om naar Iran te komen om bij de opening van de expositie in Ahwaz aanwezig te zijn! Er zou dan alles worden geregeld; overnachting, eten. Die mogelijkheid en eer wilde ik niet aan mijn neus voorbij laten gaan. De bedoeling was om met pakweg tien kunstenaars uit vooral Nederland, Duitsland en de Verenigde Staten naar Iran te vliegen. Om verschillende redenen haakte de een na de andere af. Zelf wilde ik met heel mijn hart naar Iran om mijn kunstvrienden én het land persoonlijk te leren kennen, en ik deed er alles aan om er heen te gaan. En dus bleef ik in contact met de Iraniërs. Al snel was ik in hun ogen de vertegenwoordiger van de buitenlandse kunstgroep.”

werk Carmen 2“Waarom ik er per se bij wilde zijn? Omdat ik het gevoel had dat ik al een band had met die mensen. Weet je, middels beeld kunnen we communiceren. Kunst verbindt. Het is als het ware een taal die iedereen begrijpt. Grenzen vervallen. Er zijn alleen maar mogelijkheden, geen beperkingen. Je leert elkaar kennen middels kunst. Je begrijpt de ander meteen omdat het beeldtaal is, net als klanken van muziek iedereen kan raken. Kunst roept emoties op die universeel zijn.” Het eerste wat ons letterlijk warm onthaalde was de temperatuur toen we uit het vliegtuig stapten op de luchthaven van Ahwaz. We arriveerden diep in de nacht en het was dik 35 graden Celcius. We hadden eigenlijk geen idee wat ons te wachten stond en hoe we ons moesten gedragen. Bescheidenheid leek ons de beste optie. Gelukkig viel het allemaal reuze mee en stonden we in mum van tijd bij de bagageband. Buiten aangekomen verwelkomde een kleine man met een bruin koffertje stevig in de linkerknuist ons breedlachend. Hij bleek Abdolreza Rabeti te zijn, de organisator van de expositie en zelf ook beeldend kunstenaar. “Noem me maar Reza”, zei hij opzij knikkend met zijn hoofd, wat naar later bleek veel mannen doen uit bescheidenheid.

De hartelijkheid waarmee de mensen ons tegemoet traden, is met geen pen te beschrijven. Ik heb veel gereisd, maar zoiets heb ik nog nergens ervaren. Zo stond iedereen er op dat we niets hoefden te doen of te betalen. Voor alles werd gezorgd; de overnachtingen, het eten, het vervoer, de bezoeken aan de meest bijzondere plekken in de provincie Khoezistan, zoals de oudste nog in gebruik zijnde brug van de wereld in Dezful (7000 jaar), een voormalig badhuis waar tientallen mensen ons verwelkomden en de al ruim 3000 jaar oude trappiramide Chogha Zanbil in de stad Susa.

Nadat we het uitgebreide – en uiteraard kosteloze – ontbijt achter onze kiezen hadden, kregen we op de eerste dag een rondleiding in het Contemporary Arts Museum in Ahwaz, waar de expositie op dat moment nog aan de gang was. Een gebouw met enorme ruimtes en veel lichtinval, ook van bovenaf middels grote ramen in het plafond. We konden voor het eerst een blik werpen op de kunstwerken van iedereen die was geselecteerd. De meeste artiesten kwamen uit Iran zelf, al hing er ook veel werk van Nederlanders en Duitsers. Het ‘aanbod’ was heel internationaal, met verder kunstenaars uit onder meer Argentinië, de Verenigde Staten en Australië. Meteen sprong één persoon in het oog met zijn kunst: Iraniër Hamid Nourabadi en zijn land art. Van hem was een video te zien waarin een persoon een was geworden met de aarde. Hamid had het model in een rivier-bedding ingegraven, hem bedekt met modder, planten en stenen, alsof hij deel uitmaakte van het landschap. Het hoofd was gedeeltelijk vrijgelaten en het gelaat had dezelfde kleur als het natte zand. Toch was de ademhaling nog zichtbaar. Carmen: “Daarmee toont hij respect. Hij gaat mee met het leven, de cyclus van de aarde. In de kadans van de natuur. Zo leeft hij ook, heel kalm en natuurlijk.”

werk CarmenEn inderdaad, Hamid komt over als een man die in balans is, die de rust en zijn missie in het leven heeft gevonden. “Verder was ik erg onder de indruk van de schilderijen van Ali Amouri, ook uit Iran”, zegt ze. “Hij maakt grote portretten waar de emotie van af spat. Met intense kleuren. Of helemaal groen, of geel, of blauw. Monumentaal werk. Indringend en integer tegelijk.” Overigens heeft Amouri qua uiterlijk wat weg van Rolling Stones-gitarist Keith Richards in jonge jaren, maar dat geheel terzijde. De manager van het museum nodigde ons ’s avonds uit om met hem, zijn vrouw, baby, neef en aanhang de stad te verkennen. We brachten onder meer een bezoek aan een naar verluidt beroemde straat met uitsluitend falafelrestaurantjes. In een van de tentjes, waar de manager kind aan huis is, mochten we ons eten in een verkoelde ruimte achter in het pand verorberen. Uiteraard hoefden wij niets te betalen. Wij waren gast, dus moest en zou alles gratis zijn voor ons. Overigens is het in Iran vaak gebruikelijk om in kleermakerszit op een Perzisch tapijt te eten. Het zitgedeelte – van hout of steen – is net iets hoger dan de vloer. Voordat je het betreedt, doe je je schoenen uit. In het falafelrestaurant was het niet anders. Alsof dat nog niet genoeg was, gingen we tegen middernacht picknicken. Een vreemde gewaarwording vanwege het late tijdstip. Maar aangenaam, omdat het vaak het enige moment is waarop de temperatuur te verdragen is.

De volgende dag werd de hele expositie verplaatst naar het Cinematic en Cultural Complex in Dezful, waar naast een museum, een muziekstudio en theater zijn gevestigd. De manager van het museum in Ahwaz was zo aardig om Carmen en mij tot halverwege de route van zo’n 200 kilometer te brengen, waar kunstenaar Hamid het van hem overnam en ons afzette bij ons nieuwe onderkomen. In het culturele complex werd speciaal voor onze komst een workshop schilderen en tekenen gehouden, waar tientallen kunstenaars aan meededen. “Het is eigenlijk helemaal niet mijn specialiteit”, lacht Carmen. Zelf deed ze ook mee, maar tevreden over haar werk was ze allerminst. “Maakt verder ook niet uit. Het gaat om de sfeer en het gevoel een passie met elkaar te delen.”

vrouwen en Carmen bij haar werk in DezfulEen dag later werden de resultaten besproken. “Ze vroegen me wat ik ervan vond. Maar daar gaat het wat mij betreft niet om. Ik gaf er dus geen mening over. Wat ik belangrijker vind, is de intentie waarmee iets wordt gemaakt. Daar vroeg ik de kunstenaars wel naar. Kunst is subjectief. Het gaat om de beroering. Het proces. Als het een emotie of vragen oproept, is het voor mij geslaagd.” De opening van de expositie in Dezful was een hele happening. Ceremonieel zelfs. Er was een volledig programma samengesteld met speeches en optredens van muzikanten en een toneelgroep. Zo speelde er een driemansformatie typische Perzische muziek en had een artiest speciaal een lied geschreven voor onze komst. De toneelgroep speelde een stuk in een verzonnen taal die iedereen begreep. Met drama én humor werd op hoog niveau de worsteling van het leven verbeeld. Carmen zelf hield ook een toespraak. Ze vertelde in het Engels – met een vertaler naast haar – dat kunst universeel is en kan leiden naar een wereld waarin we één zijn, met het besef dat we allen dezelfde gevoelens en verlangens hebben. Ook bedankte ze de Iraniërs voor hun buitengewone gastvrijheid. Als klap op de vuurpijl mocht ze onder grote belangstelling van onder meer de pers de expositie openen door een lint door te knippen. “Het was buitengewoon. Buitenproportioneel zelfs. Zoveel eer had ik echt niet verwacht en voor mijn gevoel niet verdient. De hartelijkheid van deze mensen kent geen grenzen. Net als kunst.”

carmenheemels.com

Meer Columns

ADVERTENTIES