De laatste drie maanden van het vorige jaar heb ik samen met mijn vriend Daan den Houter in Amerika gewerkt, waar we onderzoek deden en ons lieten inspireren. Zoals waarschijnlijk bij veel kunstenaars, was het voor ons een lang gekoesterde wens om ons drie maanden lang te kunnen focussen op ons werk, zonder gedoe van bijbanen, geld verdienen en sociale structuren.
Al een tijdje liep ik met een idee voor nieuw werk in mijn hoofd waarvoor ik graag naar Amerika wilde: een fotoserie over het lot. Destiny, de romantiek van dingen waar we zeker van zijn en dingen die we niet in de hand hebben. Ik probeer een poëtische stem te creëren tegen de beelden en invloeden van alledag. In mijn hoofd zou Amerika het ideale vertrekpunt en inspiratie bij uitstek zijn voor deze fotoserie. Het is het land, waarvan men zegt dat je er dromen waar kunt maken, The American Dream. Het is het land waar men denkt dat de wereld maakbaar is, en dat je daar invloed op hebt.
Begin 2016 had Daan een expositie in Los Angeles. Dit was zo succesvol dat hij in de twee weken die hij daar verbleef, heeft mogen lesgeven en een nieuwe expositie had geregeld, waardoor hij er in de zomer van dat jaar nog een keer heen ging. Wat Daan in eerste instantie zo enthousiast maakte over Los Angeles, was dat alles er letterlijk heel groot is. Los Angeles is een wereldstad met de grootte van twee derde van heel Nederland. Deze grootte brengt ook een andere manier van denken met zich mee. De stad is groot, waardoor de ruimtes van galeries en musea dat ook zijn, waardoor de kunstenaars weer anders denken en letterlijk ook groot werk maken. Alles voelt alsof de kunst meer serieus wordt genomen, of er meer geld omgaat in de kunstwereld. Zo’n grote stad geeft ook het gevoel dat er veel te doen is en dat er veel kansen liggen en er dingen zijn te ontdekken.
Vanaf die zomer in 2016 zijn we samen plannen gaan maken en we werden toegelaten tot de residency 18th Street Art Center. Door middel van een door ons opgezette sponsoractie en een reisbijdrage van CBK Rotterdam hebben we het mogelijk kunnen maken om voor een langere periode naar Los Angeles te gaan. Ieder met zijn eigen werk en idee.
In oktober en november 2017 verbleven we in 18th Street Art Center in Santa Monica Los Angeles. We hadden een huisje met een losse studio op een terrein met meerdere studio’s voor lokale kunstenaars en nog drie studio’s voor residenten. Deze werden bezet in een andere schema dan ons eigen verblijf, waardoor we veel verschillende residenten ontmoetten; kunstenaars o.a. uit Polen, Taiwan, Vietnam, Australië en Duitsland (Keulen). Je zou het niet zeggen door de grootte van Los Angeles, maar 18th Street Art Center en nog een andere plek zijn op dit moment de enige artist-in-residence plekken in Los Angeles. Alleen al om die reden is Los Angeles een unieke plek om te verblijven.
Ik had niet verwacht dat ik nog een cultuurshock kon meemaken en al helemaal niet stil gestaan dat dit kon gebeuren in een westers land zoals de United States of America. Maar de eerste maand ben ik zeker geconfronteerd met het feit dat ik Europeaan ben. Geïnspireerd door het enthousiasme van Daan voor L.A. en met de gedachte aan mijn eigen kunnen, had ik verwacht dat ik de stad meteen heel tof zou vinden en sneller door en onder controle zou hebben. Maar ik had daar toch een maand, en uiteindelijk een auto, voor nodig.
Los Angeles is een erg naar binnen gekeerde stad. Alles is laagbouw en heel industrieel, fietsen kan niet overal en met fietsers houden de autobestuurders zeker geen rekening. Openbaar vervoer is er wel, maar er zijn niet altijd goede verbindingen en – nogmaals – L.A. is groot dus je doet er vaak lang over om ergens te komen. Als je alles loopt – vinden de Amerikanen raar – ben je vaak de enige op straat. Het is echt een autostad, iedereen zit binnen met hun airco of in hun auto’s met airco, je rijdt van plek naar plek, ook al is de volgende plek aan het einde van de straat. De straten zijn overspoelt met tekst en reclame, maar niet met de namen van de bedrijven die daadwerkelijk in het gebouw zitten. Toen Daan en ik een auto huurden veranderde alles. De stad werd in een keer klein, we trokken deuren open en ontdekten een hele nieuwe wereld achter de gevels. Een wijze les: “When in Los Angeles do as the Los Angelesers do.”
We hadden beiden een eigen werkplan, maar besloten om elke dinsdagavond in onze studio een presentatie te maken van de werken waar we op dat moment mee bezig waren. Dat ging gepaard met een open diner. De eerste dinsdagen waren vooral een goed begin om contact te krijgen met de andere residenten. Daarna werd de opkomst steeds groter, met elke week weer een frisse mix van nieuwe gasten uiteenlopend van kunstenaars die we ontmoet hadden, curatoren of mensen die ons via het web gevonden hadden.
Zo hielden we onszelf scherp en werden we gemotiveerd iedere week een nieuwe presentatie van ons werk neer te zetten en dus veel nieuw werk te maken. Wat te gek was, was dat ons plan werkte, mensen hadden ons gewaarschuwd dat het moeilijk zou zijn om als buitenstaander mensen te interesseren voor je werk, maar door de dinsdagavond kregen wij meteen onze eigen plek en identiteit binnen de wereld van L.A. en kwamen verschillende curatoren en galeriehouders naar ons werk kijken, ook buiten de dinsdagen om.
Elke maandag maakte Daan een 8-uur tekening; een tekening waarbij hij over elk lijntje van circa 40cm precies een uur deed. Een tekening die een westerse werkdag symboliseert en tegelijkertijd en letterlijk acht uur van zijn leven omzet in acht lijntjes. De serie bestaat uiteindelijk uit zeven tekeningen die onder andere via DENK-gallery in Los Angeles in een online group show is gepresenteerd. Naast verschillende experimenten hield Daan zich in de studio voornamelijk bezig met de verschillende mogelijkheden en uitvoeringen van ijs-schilderijen. De verschillende manieren van het verwerken van de kleuren en de combinatie op zichzelf of opgevangen op papier, leverde interessante beelden en momenten op. Goed ontvangen door de verschillende bezoekers; een schilderij dat verandert in vorm en kleur terwijl je er naar kijkt, geluid maakt en langzaam oplost in een herinnering.
Aan het begin van een residency ben je altijd gehandicapt, omdat je nooit al je materiaal en je gereedschap mee kan nemen. De cultuur en maatvoering is anders en je moet veel dingen opnieuw uitvinden. Onze studio in Los Angeles had bijvoorbeeld geen daglicht, wat ik in mijn werk altijd gebruik. Hierdoor ben ik buiten de studio gaan fotograferen en ben ik weg gestapt van alleen de klassieke portretten die ik normaal gesproken maak. Daarnaast was het licht in L.A. veel feller en harder waardoor ik ook het effect van schaduw onderzocht als een extra dimensie, een nieuwe laag over mijn fotografie heen.
We hadden bedacht dat na twee maanden van hard werken, presentaties en onderzoek in Los Angeles we de laatste vier weken op reis zouden gaan door zuidwest Amerika, om ons ook op die manier te omgeven met en te laten inspireren door de Amerikaanse natuur. Het land is groot, we hebben een soort desert tour gedaan waarbij elke 100 kilometer het landschap veranderde: de samenstelling van de bergen en planten en vooral de kleuren. Je realiseert je dat het land echt overwonnen moet worden, én dat het erg aanwezig is. Er is veel ruimte, maar die ruimte is ook erg leeg of ‘onbruikbaar’; droog en dor of hoog en stijl. Het landschap roept om avontuur en tegelijkertijd wordt de onbegaanbaarheid van ‘moeder natuur’ zichtbaar. Een van de hoogtepunten van deze reis was Marfa Texas. In Marfa kocht Donald Judd een grote militaire basis om daar verschillende permanente kunstinstallaties te plaatsen. Erg inspirerend, en bijzonder omdat er op het moment dat wij er waren 10cm sneeuw lag – iets dat daar bijna niet voorkomt. Een ander hoogtepunt was Roswell, waar we twee overzichtstentoonstellingen bezochten van ‘50 jaar artist-in-residence programma Roswell’, een particulier opgezet programma door mr. Donald B. Anderson, waar elk jaar zes kunstenaars een jaar lang wonen en werken. Verder Santa Fe met het museum over Georgia O’Keeffe, Mesa Verda (indianenhuisjes in de rotsen), de Grand Canyon, Zion Park en last but not least zijn we bij het (landart) werk Double Negative van Michael Heizer geweest. Een kunstwerk ergens op een vlakte middenin de woestijn waar we ons via kleine rotsige weggetjes naartoe gecoördineerd hebben. Een hoogtepunt, ondanks dat het werk eigenlijk uit ‘niks’ bestaat.
Samengevat heeft deze werkperiode in Los Angeles en The South-West ons heel veel gebracht; nieuwe connecties, vrienden, inspiratie en inzichten. Het is fijn om weer terug te zijn, om echt te kunnen reflecteren op wat we allemaal hebben meegemaakt en alles te verwerken in nog meer nieuw werk. Het reizen en buiten mijn normale leven en studio getrokken te worden, heeft mijn werk veel gebracht en smaakt naar meer. Ik zeg dan ook: “Het wilde westen is nog niet van mij af, op naar de volgende bestemming!”