foto’s: copyright Pedro Sluiter
Wie op de A28 rijdt ziet sinds eind september, ten noorden van Zwolle, een enorme vuurvogel staan. Het lijkt alsof ze opstijgt. Het is het meest recente kunstwerk van Giny Vos die het maakte in opdracht van provincie Overijssel. Zulke prestigieuze opdrachten zijn zeldzaam, een reden voor Esther Didden om met Giny Vos in gesprek te gaan.
Met het programma ‘Ruimte voor de Vecht’ werkt de provincie Overijssel al tien jaar aan de duurzame ontwikkeling en bekendheid van het Vechtdal, een enorm gebied langs de rivier de Vecht, van Gramsbergen bij de grens met Duitsland tot aan Zwolle. Binnen het programma vallen verschillende projecten waaronder het aanleggen van een afrit richting Dalfsen en een fly-over bij Zwolle-Noord. Door de aanleg van de afrit ontstond een zogenoemd oog, een groene rondvormige lege ruimte tussen het netwerk van wegen. Dat oog werd aangewezen als locatie voor een landmark, een kunstwerk dat vanuit de auto te zien en te ervaren is.
![Feniks by Giny Vos (c) Pedro Sluiter.](https://www.bkinformatie.nl/app/uploads/2024/12/PS_04_10_24_1855612.jpg)
Net als ruim honderd andere kunstenaars besloot Giny Vos destijds te reageren op de advertentie in BK-informatie waarin een kunstenaar werd gezocht om dit landmark te maken. Uit de opdracht sprak veel ambitie. Dat was ook waarom Vos zich ervoor inschreef, de kans om op deze schaal een kunstwerk te kunnen maken is nu eenmaal bijzonder. Voor de selectieprocedure was een commissie samengesteld met deskundigen op het gebied van beeldende kunst en medewerkers van de provincie die nauw betrokken zijn bij de ontwikkelingen rondom het Vechtdal. Na een pitch waarvoor tien kunstenaars waren uitgenodigd, kregen drie kunstenaars de opdracht een schetsontwerp te maken. Uiteindelijk werd het ontwerp van Vos gekozen.
![](https://www.bkinformatie.nl/app/uploads/2024/12/PS_04_10_24_1855605.jpg)
De realisering van dergelijke grootschalige kunstopdrachten vraagt veel tijd. Nu kwam daar de coronapandemie nog bij waardoor er sowieso vertraging optrad. Dat gaf Vos de kans om uitgebreid materiaalonderzoek te doen. Sinds begin jaren 90 werk Vos met licht: led en neon. Nu voelde ze de noodzaak om met licht te werken maar zonder stroom te gebruiken. Een urgentie die mede werd ingegeven door de energietransitie die gaande is, maar ook haar oeuvre zelf daagde haar uit om nieuwe stappen te zetten. “Licht is mijn materiaal,” vertelt ze “zoals een schilder verf heeft.” In de jaren 90 pionierde ze, “niemand geloofde toen dat je met leds iets poëtisch kon maken.” En ze bleef pionieren, nu met een ander uniek materiaal: titanium. Via via kwam ze op het spoor van een klein Japans bedrijf dat platen van gekleurd titanium maakt. Vos reisde naar Japan om het maakproces met eigen ogen te kunnen aanschouwen. Wat ze daar te zien kreeg was betoverend. Een oersterk flinterdun materiaal in heldere kleurschakeringen, precies zoals ze het graag wilde. Ze liet proefstroken maken en toen was het aan Rijkswaterstaat om het te beoordelen. Hebben de automobilisten straks last van de schittering van dit materiaal, of niet? Rijkswaterstaat adviseerde positief, een belangrijke volgende stap was gezet.
“Licht is mijn materiaal, zoals een schilder verf heeft.”
De mythe van de Feniks is een verhaal van licht, energie, natuur en vernieuwing, van afscheid nemen van het oude om het voort te kunnen zetten in iets nieuws. Dat raakt aan een van de grootste problemen van de huidige tijd, de verandering van het klimaat. De aarde raakt uitgeput. Kan zij zich, net als de Feniks, hernieuwen? Deze Vuurvogel nabij Zwolle richt zich naar het zuiden. Ze kijkt uit over de stad en het Vechtdal. Ook ’s nachts zal de Feniks spelen met het licht uit de omgeving maar milder, minder vurig. En iedere dag opnieuw komt zij, onder invloed van de zon, tot leven. Het titanium vlamt op zodra het zonlicht op de vogel valt. Waar de kleuren vanuit de ene invalshoek paars en oranje lijken, ogen ze vanuit een andere hoek blauw en geel. Het zonlicht maakt de kleuren nog intenser.
Ook ’s nachts zal de Feniks spelen met het licht uit de omgeving
De Feniks staat bij de poort van het Vechtdal. Ze legt een verbinding met de natuur, het water van de Vecht meandert immers aan haar voeten. En ze maakt verbinding met de stad, ze verwelkomt je als je via de afslag de stad inrijdt. Om een gevoel van het formaat te krijgen: ze is 18 meter hoog en de spanwijdte van haar vleugels is 22 meter. Ze staat op haar eigen staartveren, weliswaar stevig verankerd in de grond maar het lijkt alsof ze opstijgt, met gespreide vleugels de zon tegemoet. De Feniks is opgebouwd uit 1763 stalen kokerprofielen, waarvan één of twee zijden bekleed zijn met titanium.
Vos maakte het kunstwerk in opdracht van de provincie Overijssel en het werk werd mede gefinancierd door de gemeenten Zwolle, Dalfsen, Ommen, Hardenberg en de waterschappen Drents Overijsselse Delta en Vechtstromen. Na de coronapandemie stegen de prijzen en gelukkig werd dat opgevangen door het Mondriaan Fonds en BPD-Cultuurfonds, de gemeente Zwolle en de provincie. Metaalbedrijf Qumey in Maarssen durfde het aan om dit werk voor Vos te realiseren, waar andere firma’s dat technisch, maar ook financieel niet aandurfden. Het is dankzij de inzet van velen, maar bovenal dankzij het vakmanschap van Vos zelf, dat Nederland een monumentaal kunstwerk rijker is.