De Dreijen is de voormalige Campus van Universiteit Wageningen. Op dit terrein stond sinds 1971 het eerste omgevingskunstwerk van Pieter Blaauboer. Het kunstwerk was eigendom van de universiteit, maar toen zij verhuisden naar een ander deel van de stad bleek dat ze het kunstwerk niet wilden behouden of herplaatsen. Stichting Cultuur in Wageningen was het hier niet mee eens en heeft het kunstwerk van een stille aftocht gered en een toekomst gegeven. Esther Didden ging in gesprek met bestuurslid Rita van Biesbergen over de realisering van Blaauboer revisited.
Landschapsarchitect en kunstenaar Pieter Blaauboer (1924-2008) studeerde landschapsarchitectuur aan de Wageningse Landbouwhogeschool (de latere Wageningen UR) en heeft 40 jaar lang een bureau in de landschapsarchitectuur gehad in de Wageningse binnenstad. Begin jaren 70 van de vorige eeuw experimenteerde hij met een meer ‘land art’-achtige inrichting van buitenruimten. Hij werkte daarbij graag met materialen die destijds niet voor de hand liggend waren, zoals metaal, steen en hout. Hij werd bekend vanwege het gebruik van verschillende hoogtes en verticaliteit; zijn omgevingskunstwerk voor De Dreijen nam een behoorlijke oppervlakte in beslag. “De ruimte die het kunstwerk nodig heeft, was zeker een van de redenen voor de universiteit om het kunstwerk niet te her-plaatsen op de nieuwe campus,” vertelt Rita van Biesbergen, “maar het werk was ook al jarenlang niet onderhouden en incompleet.”
Ooit waren er drie omgevingskunstwerken van Blaauboer in Wageningen te vinden, in de loop der jaren zijn er echter twee geruisloos verdwenen. Des te meer reden voor de stichting om zich in te zetten voor behoud van dit nog resterende kunstwerk. Cultuur in Wageningen is een kleine stichting. Met drie be-stuursleden en een beetje subsidie houden ze enkele websites bij en organiseren ze jaarlijks een kleinschalige activiteit. Voor het redden van de Blaauboer wierpen zij zich op omdat niemand anders het ging doen. De universiteit, eigenaar van het kunstwerk, wilde wel het gesprek voeren met de stichting maar geen verantwoordelijkheid nemen voor een eindresultaat. Ze droegen het eigendom van het kunstwerk dan ook over aan de stichting. Dat het oorspronkelijke kunstwerk als geheel een nieuw onder-komen zou vinden, was onmogelijk. Dat was vanaf het begin duidelijk. Sommige elementen waren in te slechte staat en er ontbrak een deel. Maar met de overgebleven elementen moest toch iets te doen zijn?
In december 2021 deed de gemeente Wageningen een oproep aan Wageningse kunstenaars om een project in te dienen in het kader van de ondersteuning van makers in coronatijd. Deze oproep zag de stichting als kans om een lokale kunstenaar te vragen om met de overgebleven elementen een nieuw kunstwerk te maken dat recht doet aan het oorspronkelijke werk van Pieter Blaauboer. Het bestuur dacht daarbij meteen aan René van Corven omdat hij, net als Blaauboer, graag met metaal, hout en steen werkt. En Van Corven is ook van het grote gebaar, weet Van Biesbergen. De aanvraag om Van Corven een schetsontwerp te laten maken werd bij de gemeente ingediend en gehonoreerd. Het begin was er.
De gemeente Wageningen deed een oproep aan Wageningse kunstenaars
Met het schetsontwerp en een maquette onder de arm ging de stichting vervolgens op zoek naar financiering om het kunstwerk daadwerkelijk te realiseren. Het Mondriaan Fonds waardeerde het dat de stichting bereid was de opdrachtgever te zijn en vond hun keuze voor Van Corven een goede. Het fonds zegde een bedrag toe, en ook het Cultuurfonds oordeelde positief. Maar ondanks deze twee toezeggingen zat er nog een gat in de begroting. De universiteit bleek ook bereid om financieel bij te dragen en toen stond het licht op groen.
Er restte nog één belangrijk ding. Het vinden van een locatie voor Blaauboer revisited. Dat was geen sinecure. De gemeente liet het afweten omdat ze geen beleid hebben op het gebied van kunst in de openbare ruimte. Daardoor was het plaatsen van het kunstwerk op gemeentelijke grond niet bespreekbaar. Gelukkig kwam ook nu de redding van een inwoner, zoals deze hele exercitie om de Blaauboer te behouden een initiatief is van inwoners.
De eigenaar van DUPP, een bedrijf dat werkt voor de voedsel-markt, bood diens terrein aan als locatie. Er loopt een smalle groenstrook tussen het Koetshuis waar het bedrijf is gehuisvest en de Generaal Foulkesweg en daar paste het kunstwerk precies. Het kunstwerk staat op privaat terrein maar is toegankelijk en goed zichtbaar.
Op 25 mei jongstleden is Blaauboer revisited onthuld in het bijzijn van de dochters van Pieter Blaauboer. “Het ontroerde hen zichtbaar,” vertelt Van Biesbergen, “René van Corven heeft in de geest van hun vader gewerkt en ze zeiden dat hun vader zeer tevreden zou zijn geweest met het resultaat.”
Na ruim drieënhalf jaar hobbel voor hobbel te hebben weg-genomen, kan stichting Cultuur in Wageningen terugkijken op een bijzonder traject. Af en toe zagen ze het even niet meer zitten, om vervolgens toch weer kansen te zien en strijdlustig te blijven. Het resultaat is er naar. En voor Wageningen geldt: gelukkig zijn er nog inwoners die zich bekommeren om kunst in de openbare ruimte.